icon

Omwonende géén rechtstreeks belanghebbenden bij subsidieverlening voor een zonnepanelenpark en een windpark

In het bestuursrecht kunnen alleen belanghebbende opkomen tegen besluiten van bestuursorganen. Op grond van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt onder belanghebbende verstaan, degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Volgens vaste rechtspraak moet er een voldoende direct geraakt belang zijn; voldoende causaal verband tussen de gevolgen van een besluit en de belangen van een partij.

Bij subsidieverlening is in de rechtspraak bepaald dat als belanghebbende kan worden aangemerkt de aanvrager of een concurrent die rechtsreeks gevolgen ondervindt op zijn of haar concurrentiepositie. Omwonenden zijn niet ontvankelijk in hun bezwaar omdat omwonende géén belanghebbende zijn in de zin van artikel 1:2 Awb bij een subsidieverlening. De achterliggende gedachte is dat zij niet rechtstreeks geraakt worden door de subsidieverlening. Ook zonder deze subsidieverlening kan bijvoorbeeld een windpark of zonnepanelenpark geëxploiteerd worden, het benodigde kapitaal kan immers ook op andere manieren verkregen worden. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft het voorgaande in twee uitspraken nogmaals bevestigd:

Subsidieverlening voor aanleg zonnepanelenpark

De eerste uitspraak gaat over het verlenen van subsidie voor het realiseren van een zonnepanelenpark. Een omwonende heeft hiervan kennis genomen en vervolgens tegen dit besluit bezwaar gemaakt. De omwonende stelt dat zij belanghebbende is bij de subsidieverlening omdat met de verleende subsidie achter haar huis een 117 hectare groot zonnepanelenpark aangelegd zal worden. Tevens vreest zij ervoor dat de subsidieontvanger het zonnepanelenpark niet volledig zal realiseren en exploiteren. In het besluit op bezwaar is omwonende niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij geen belanghebbende is bij de subsidieverlening.

Subsidieverlening voor aanleg windpark

De tweede uitspraak gaat over het verzoek van een omwonende om een reeds verleende subsidie voor het bouwen van een windpark in te trekken. De omwonende vindt dat het windpark te dicht bij het dorp is gelegen. Het CBb heeft hier geoordeeld dat het verzoek geen aanvraag is in de zin van artikel 1:3 lid 3 Awb omdat omwonende geen belanghebbende is: zij is geen aanvrager en geen concurrent. Uit het feit dat omwonende eventueel als belanghebbende is aan te merken bij de omgevingsvergunning, volgt niet dat zij ook bij het subsidiebesluit als belanghebbende aangemerkt dient te worden.

Het CBb zet in beide zaken de lijn in de jurisprudentie voort: omwonenden kunnen niet worden aangemerkt als belanghebbende bij een subsidieverlening. Zij kunnen dus géén ontvankelijk bezwaar maken tegen de subsidieverkrijging en kunnen géén ontvankelijk verzoek indienen voor intrekking van een reeds verleende subsidie. Dit betekent niet dat omwonenden volstrekt machteloos zijn tegen besluitvorming omtrent de ruimtelijke ontwikkelingen. Om bij het voorbeeld van een zonnepanelenpark te blijven, zal er waarschijnlijk nog een omgevingsvergunning moeten worden verleend. Omwonenden zullen doorgaans wel een ontvankelijk belang hebben bij een dergelijk besluit. Het is dus voor omwonenden van belang om in de gaten te houden welke besluiten genomen worden en wanneer zij belanghebbende zijn, zodat ze gebruik kunnen maken van hun toekomende rechtsbescherming.


Loes Philipsen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied energietransitie.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Omwonende géén rechtstreeks belanghebbenden bij subsidieverlening voor een zonnepanelenpark en een windpark

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief