icon

Ligplaatsvergunning valt niet onder de werkingssfeer van de Dienstenrichtlijn

Op 1 februari heeft de Afdeling Bestuursrecht Raad van State geoordeeld over de vraag of een ligplaatsvergunning voor een bedrijfsvaartuig onder de werkingssfeer van de Dienstenrichtlijn valt.

Een ondernemer heeft een ligplaatsvergunning aangevraagd in de binnenhaven van Vlissingen om van daaruit rondvaarten te organiseren en partyverhuur en vistochten te faciliteren. Omdat niet tijdig is beslist op de aanvraag stelt de ondernemer zich op het standpunt dat, ingevolge artikel 28, eerste lid, van de Dienstenwet, in verbinding gelezen met paragraaf 4.1.3.3 van de Awb, er sprake is van een van rechtswege verleende vergunning. De gemeente Vlissingen is het hier niet mee eens. De gemeente stelt zich op het standpunt dat de Dienstenwet niet van toepassing is en er derhalve ook geen sprake kan zijn van een van rechtswege verleende vergunning.

Omdat de Dienstenwet is gebaseerd op Dienstenrichtlijn heeft de Afdeling onderzoek gedaan naar de vraag of de ligplaatsvergunning onder de werkingssfeer van de Dienstenrichtlijn valt. Anders dan geldt voor exploitatievergunningen voor het verzorgen van rondvaarten (waar het derhalve gaat om een vergunningstelsel met betrekking tot de toegang tot en de uitoefening van een dienstenactiviteit (zie arrest Hof van Justitie van 1 oktober 2015 – Trijber en Harmsen), is dat hier niet het geval volgens de Afdeling:

‘Met het college is de Afdeling voorts van oordeel dat een ligplaatsvergunning niet noodzakelijk is voor de toegang tot en de uitoefening van de dienstenactiviteiten die [appellante] vanuit de haven van Vlissingen wil organiseren. Een ligplaats is voorts feitelijk niet nodig voor het verrichten van deze dienstenactiviteit om passagiers te laten in- en uitstappen. Derhalve is evenmin sprake van een voorschrift dat specifiek van invloed is op de dienstenactiviteit. Bovendien is een ligplaatsvergunning op grond van artikel 2.2 van de Havenverordening vereist in verband met de orde in de havens.’

Kortom, nu de ligplaatsvergunning niet onder de werkingssfeer van de Dienstenrichtlijn valt, valt deze daarmee ook niet onder die van de Dienstenwet en is evenmin sprake van een van rechtswege verleende ligplaatsvergunning. Ook andere verplichtingen uit de Dienstenrichtlijn dan wel Dienstenwet hebben derhalve geen gevolgen voor deze ligplaatsvergunningen. Hierbij kan worden gedacht aan de termijn (onbepaalde tijd of bepaalde tijd) waarvoor de vergunning wordt verleend.

Lees hier de hele uitspraak van de Afdeling.


Bob van de Boom is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Ligplaatsvergunning valt niet onder de werkingssfeer van de Dienstenrichtlijn

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief