icon

Tijdelijke omgevingsvergunning: eerder afwijkend gebruik 'telt niet mee'

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) heeft in haar uitspraak van 16 augustus 2017 een opmerkelijke uitspraak gedaan over tijdelijke afwijkingsvergunningen. Op grond van artikel 4, elfde lid van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) kan het college een omgevingsvergunning verlenen voor gebruik in strijd met het bestemmingsplan voor een periode van maximaal 10 jaar. Met behulp van deze ‘kruimelregeling’ kan dus vrij eenvoudig, namelijk met een reguliere procedure, een omgevingsvergunning worden verleend voor tijdelijke situaties.

In een eerdere uitspraak van 22 februari 2017 had de Afdeling al beslist dat de periode waarvoor de tijdelijke vergunning was verleend, aanvangt op het moment dat de eerste tijdelijke omgevingsvergunning is verleend. De maximale periode waarover tijdelijke vergunningen waren verleend mocht niet langer zijn dan tien jaar. Dit leidde de Afdeling af uit de nota van toelichting bij artikel 4, elfde lid van bijlage II va het Bor, waarin de nadruk ligt op de termijn van ten hoogste tien jaar waarvoor de omgevingsvergunning kan worden verleend voor een planologisch gebruik in strijd met het bestemmingsplan.

De Afdeling heeft toen echter niet beslist over een eventuele illegale situatie voorafgaand aan het moment dat de eerste tijdelijke afwijkingsvergunning wordt aangevraagd. In de uitspraak van 16 augustus 2017 doet de Afdeling dit wel. Het ging in deze zaak om 2 chalets op een recreatiepark in de gemeente Gemert-Bakel. Deze chalets staan op een afstand van 3,65 meter van elkaar. Dit is in strijd met het bestemmingsplan, want daarin staat voorgeschreven dat chalets minimaal 4 meter van elkaar moeten staan. De gemeente heeft op 9 februari 2015 een tijdelijke afwijkingsvergunning verleend voor een periode van 5 jaar. De chalets waren echter al langer dan 10 jaar geleden gebouwd. Dit betekent dat de periode dat er feitelijk zou worden afgeweken van het bestemmingsplan in totaal meer dan 15 jaar zou mogen bedragen.

Toch hield de Afdeling de verleende tijdelijke afwijkingsvergunning in stand. De Afdeling oordeelde (in lijn met de uitspraak van 22 februari) dat de periode van tien jaar aanvangt op het moment dat de eerste tijdelijke afwijkingsvergunning wordt verleend. Dat het strijdig gebruik reeds illegaal bestond voorafgaand aan de eerste verlening van een tijdelijke afwijkingsvergunning, maakt geen verschil. Zolang de totale tijdsduur van de vergunning(en) de 10 jaar maar niet overschrijdt.

Voor de chalets was nog nooit eerder een tijdelijke afwijkingsvergunning verleend. Het college was dus volgens de Afdeling bevoegd om de tijdelijke afwijkingsvergunning voor 10 jaar te verlenen.

Kortom, zelfs wanneer een met het bestemmingsplan strijdig gebruik feitelijk gezien al langer dan 10 jaar bestaat (zonder omgevingsvergunning), kan dus alsnog een tijdelijke afwijkingsvergunning worden verleend voor ten hoogste 10 jaar.


Nicky Loekemeijer is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied omgevingsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Tijdelijke omgevingsvergunning: eerder afwijkend gebruik 'telt niet mee'

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief