Zomer in aantocht: hoe zit het met vakantierechten?

Met de meivakantie en de eerste warme weekenden achter ons beginnen de zomerkriebels te komen. Tijd om vooruit te kijken naar de zomervakantie, meer specifiek naar de vakantierechten van de werknemer. Wij zetten de belangrijkste punten op een rijtje.

Wat is vakantie?

De Nederlandse wet kent geen definitie van vakantie. Aansluiting kan worden gevonden in Europese regelgeving en rechtspraak. In Europees begrip is vakantie namelijk een grondrecht (artikel 31 lid 2 Handvest Grondrechten EU), waarover vaker wordt geprocedeerd. Het Hof van Justitie heeft vakantie meermaals gedefinieerd als een als de periode  waarin de werknemer in staat wordt gesteld enerzijds uit te rusten van de uitvoering van de hem door zijn arbeidsovereenkomst opgelegde taken, en anderzijds over een periode van ontspanning en vrije tijd te beschikken. De essentie van vakantie is dat een werknemer genoeg uitrust om na zijn vakantie weer vol energie aan de slag te kunnen.

Hoeveel vakantie?

Op basis van de wet bouwt een werknemer per jaar minimaal vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week aan vakantie op. Dit betekent dat een werknemer recht heeft op minimaal twintig vakantiedagen bij een fulltime dienstverband. Een werknemer bouwt wel slechts vakantie op over de uren waarop hij recht op loon had, dus ook als hij loon ontvangt tijdens ziekte. Vaak heeft een werknemer op basis van een arbeidsovereenkomst of een cao recht op meer dan twintig vakantiedagen per jaar; deze vakantiedagen worden bovenwettelijke vakantiedagen genoemd.

Wanneer vakantie?

Een werknemer mag in beginsel vakantie opnemen wanneer hij zelf wil. De werkgever mag alleen een vakantieaanvraag weigeren als hij daartoe gewichtige redenen heeft, zoals bijvoorbeeld moeilijkheden ten aanzien van de bedrijfscontinuïteit. Een werkgever moet deze bezwaren wel schriftelijk kenbaar maken aan de werknemer. Als hij dit niet (tijdig) doet, is de vakantie vastgesteld naar de wens van de werknemer.

In beginsel kan een werkgever geen verplichte vakantiedagen aanwijzen. Dit is slechts anders als hierover afwijkende afspraken zijn gemaakt in een cao of personeelsreglement. In specifieke sectoren kunnen omwille van bijvoorbeeld seizoensarbeid bepaalde dagen als verplichte vakantiedagen worden aangemerkt. Van belang hierbij is dat deze afwijkende afspraken bij indiensttreding overeen moeten zijn gekomen.

Loon tijdens vakantie

Tijdens vakantie houdt een werknemer recht op zijn gebruikelijke loon, ook bij bovenwettelijke vakantiedagen. Het kan wel voorkomen dat een werknemer ziek wordt als hij op vakantie is of ziek is als hij op vakantie gaat. Als een werknemer op vakantie is en ziek wordt, geldt dat deze dagen niet meer als vakantiedagen worden aangemerkt, maar als ziektedagen. Dit brengt mee dat een werknemer recht heeft 70% van het loon in plaats van volledige loondoorbetaling, tenzij een aanvulling tot 100% op basis van cao of individuele arbeidsovereenkomst is overeengekomen. Andersom kan het ook gebeuren dat een zieke werknemer op vakantie gaat. In dat geval heeft de werknemer tijdens vakantie recht op 100% van zijn loon, ook als hij buiten vakantie om slechts recht heeft op 70% van het loon tijdens ziekte. De werkgever zal dan het ziektegeld moeten aanvullen tot het volledige loon voor de dagen dat de werknemer op vakantie is.

Verval van vakantiedagen

Wettelijk vakantiedagen vervallen zes maanden na het einde van het kalenderjaar waarin de vakantie is opgebouwd, tenzij in een cao of individuele arbeidsovereenkomst een langere termijn is afgesproken. Dit betekent dat vakantiedagen die in 2022 zijn opgebouwd vervallen op 1 juli 2023, behoudens uitzonderingen. Daarbij geldt dat een werkgever de werknemer daadwerkelijk in staat moet hebben gesteld om vakantie op te nemen en hem hebben gewezen op het feit dat zijn vakantiedagen zullen vervallen. Als een werkgever dit nalaat, vervallen de vakantiedagen niet, zo oordeelde het Hof van Justitie. Dit verval geldt overigens alleen voor de wettelijke vakantiedagen. Voor bovenwettelijke vakantiedagen geldt dat deze vervallen na 5 jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin die vakantiedagen zijn opgebouwd.

Vakantiedagen bij einde van het dienstverband

Het Hof van Justitie herhaalde onlangs dat het recht op een financiële compensatie bij het einde van het dienstverband onderdeel uitmaakt van het Europese grondrecht vakantie. Als een dienstverband wordt beëindigd, heeft de werknemer dan ook in ieder geval recht op uitbetaling van de resterende vakantiedagen.

Wij helpen u graag verder bij vragen over vakantie

Hebt u vragen over uw eigen vakantie of de vakantie van uw werknemer(s)? Wieringa Advocaten heeft een team van arbeidsrechtspecialisten die u hier graag bij helpen. Neem gerust contact met ons op.

Hoge Raad: Deliveroo-bezorgers zijn werknemers

Eerder schreven wij al over het oordeel van de rechtbank dat de bezorgers van Deliveroo werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. Dit oordeel is, na bekrachtiging door het hof, recent door de Hoge Raad in stand gelaten. De Hoge Raad tracht in het arrest ook de maatstaf voor de kwalificatie van de arbeidsovereenkomst te verduidelijken.

Achtergrond

Deliveroo dreef in Nederland een digitaal platform waarop bij restaurants maaltijden konden worden besteld en betaald. De maaltijden werden vervolgens bezorgd vanaf de restaurants naar de klant. De bezorgers werkten, na aanvankelijk op basis van een arbeidsovereenkomst te hebben gewerkt, op basis van een overeenkomst die werd omschreven als opdrachtovereenkomst. De bezorgers konden op een naar hun gewenst moment inloggen in een app om bestellingen te ontvangen, waarbij zij zich onder voorwaarden konden laten vervangen om de bezorging te verrichten. Zij werden vervolgens per afgeleverde bestelling betaald.

De procedure

Al enkele jaren speelt de juridische strijd tussen de FNV en Deliveroo  In eerste aanleg en in hoger beroep is door de FNV geprocedeerd tegen Deliveroo over de vraag of de bezorgers werkzaam waren op basis van een arbeidsovereenkomst ex artikel 7:610 BW.  De rechtbank en het hof Amsterdam hebben beiden geoordeeld dat aan de vereisten van de arbeidsovereenkomst (arbeid, gezag en loon) is voldaan en dat de bezorgers dus als werknemers moesten worden aangemerkt. In cassatie voerde Deliveroo onder meer aan dat geen sprake kon zijn van een arbeidsovereenkomst, omdat de vrijheid van bezorgers om zich te laten vervangen en opdrachten te weigeren onverenigbaar is met het bestaan van een arbeidsovereenkomst.

De uitspraak

De Hoge Raad deed op 24 maart 2023 uitspraak. Bij de beoordeling van het middel herhaalt de Hoge Raad de tweetrapsraket die zij eerder in het Gemeente/X arrest heeft geformuleerd: Bij de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst moet (i) eerst door uitleg aan de hand van de Haviltexmaatstaf worden vastgesteld welke rechten en plichten partijen zijn overeengekomen en (ii) als deze rechten en plichten voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst, moet deze ook als zodanig worden aangemerkt. Daarbij wordt nogmaals benadrukt dat partijbedoeling ten aanzien van de kwalificatie geen rol speelt.

Vervolgens gaat de Hoge Raad in op de vraag wanneer een arbeidsovereenkomst moet worden aangemerkt als arbeidsovereenkomst. Dit hangt af van alle omstandigheden van het geval in onderling verband bezien, de welbekende holistische weging. Van belang kunnen zijn:

  • de aard en duur van de werkzaamheden;
  • de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald;
  • de inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht;
  • het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren;
  • de wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen is tot stand gekomen;
  • de wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd;
  • de hoogte van deze beloningen, en de vraag of degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico loopt;
  • of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, en gelet op het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt.

Hierbij hangt het gewicht dat toekomt aan een contractueel beding mede af van de mate waarin dat beding daadwerkelijk betekenis heeft voor de partij die de werkzaamheden verricht.

De Hoge Raad gebruikt bovenstaand kader om vervolgens de vraag te beantwoorden of het hof in dit geval terecht heeft geoordeeld dat sprake is van een arbeidsovereenkomst en oordeelt dat dit het geval is. Het feit dat de bezorgers de vrijheid hadden een opdracht wel of niet te aanvaarden en zich te laten vervangen is op zichzelf niet onverenigbaar met het bestaan van een arbeidsovereenkomst in het licht van de overige omstandigheden. De klachten van Deliveroo falen.

Gevolgen (rechts)praktijk

Hoewel de Hoge Raad een opsomming aan omstandigheden noemt die van belang kunnen zijn bij de beoordeling of een overeenkomst moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst, schept de Hoge Raad vanwege de huidige politieke aandacht aan het gezagsbegrip geen algemeen kader. De Hoge Raad laat expliciet ruimte aan de Nederlandse en Europese wetgever om het gezagsbegrip uit artikel 7:610 BW (wettelijk) te verduidelijken.

De Hoge Raad volgt wel de lijn uit rechtspraak en literatuur door organisatorische inbedding van het werk en de werkende te betrekken bij de omstandigheden die van belang kunnen zijn bij de beoordeling van de rechten en plichten. Als de politiek dit element overneemt, scherpt dit de grens tussen werknemer en zelfstandigen verder aan. Zelfstandigen die kernwerkzaamheden van een onderneming uitvoeren kunnen in de toekomst dan worden aangemerkt als werknemers in dienst van de onderneming, met als gevolg dat de wettelijke rechten en plichten uit BW 7 titel 10 ook gelden voor deze werkenden, of dit nu (bewust) beoogd is of niet.

Wij helpen u graag verder met kwalificatievragen

Hebt u vragen over het arrest van de Hoge Raad of een vraag over de kwalificatie van een overeenkomst? Wieringa Advocaten heeft een team van arbeidsrecht specialisten die u hier graag bij helpen. Neem gerust contact met ons op.

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief