Praktijkgebieden: Vastgoed
Via een persbericht d.d. 21 juli 2004 heeft minister Dekker van VROM wederom aandacht van de gemeenten gevraagd voor de problematiek rondom bewoning van recreatiehuisjes. Kennelijk hebben te weinig gemeenten gevolg gegeven aan de brief van begin november 2003 hierover. Een goede gelegenheid om het probleem nader te belichten.Sinds enkele jaren staan vele gemeenten (oogluikend) toe dat in recreatiehuisjes permanent wordt gewoond. Dat wil niet zeggen dat alle gemeenten dit toestaan: er zijn ook vele gemeenten die hiertegen actief optreden. Meestal staan dit soort recreatiehuisjes in landelijke gebieden, waar veel vraag bestaat naar woonruimte. Deze permanente bewoning van recreatiehuisjes is vaak in strijd met het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan geeft namelijk meestal aan dat sprake is van een recreatiegebied. Permanente bewoning is dan in principe illegaal.De minister en de Tweede Kamer vinden dit ongewenst en willen hieraan een einde maken. Daartoe heeft de minister een beleid vastgesteld dat is vastgelegd in een brief d.d. 11 november 2003. Wat zijn nu de mogelijkheden ?Een gemeente heeft nu 3 keuzen. Zij kan het bestemmingsplan wijzigen naar de bestemming “wonen”, waardoor dus in principe permanente bewoning wordt gelegaliseerd. Deze mogelijkheden zijn echter beperkt. Verder kan een gemeente tot 31 december 2004 persoonsgebonden ontheffingen verlenen. Alleen de huidige bewoners kunnen gebruik maken van de ontheffing. Indien een bewoner hiervan gebruik maakt, kan hij daarna dus later het huis niet meer verkopen als een woning! Ten slotte kan de gemeente ook het bestemmingsplan handhaven. In de praktijk betekent dit dat de gemeente een procedure moet beginnen tegen de bewoner, die uiteindelijk kan leiden tot uitzetting. De rechtspraak tot op heden laat zien dat (illegale) bewoners zelden gelijk krijgen bij de rechter: vrijwel alle bewoners moeten hun woning verlaten.Wat moet u doen als u in een recreatiewoning woont ? In de eerste plaats kunt u nagaan bij de gemeente wat zij van plan is te doen tegen de bewoning. Als er bijvoorbeeld een bestemmingswijziging aankomt, lijkt het weinig zinvol om nu actie te ondernemen. Ook als u een persoonsgebonden ontheffing kan krijgen, staat in ieder geval vast dat u daar kan blijven wonen. U dient wel deze ontheffing te verkrijgen vóór het einde van dit jaar. In andere gevallen bestaat de mogelijkheid dat de gemeente toezeggingen heeft gedaan over bewoning, waarop u nu een beroep kunt doen. U moet die toezegging wel (schriftelijk) kunnen bewijzen. Daarnaast moet de toezegging afkomstig zijn van een bevoegde: u mag niet zomaar afgaan op een mededeling van een ambtenaar.Ten slotte bestaat er nog de mogelijkheid om uw verkoper aan te spreken, bijvoorbeeld de projectontwikkelaar die de huisjes heeft gebouwd. Als hij u een woning heeft verkocht die achteraf niet geschikt blijkt om in te wonen, kan er sprake zijn van wanprestatie omdat u niet heeft gekregen wat u mocht verwachten. U kunt dan schadevergoeding vorderen. Deze mogelijkheid staat geheel los van een gerechtelijke procedure tegen de gemeente, maar kan interessant zijn. Als u echter op de hoogte was van de beperkingen voor het wonen, is de kans dat u schadevergoeding kunt krijgen gering.
Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vastgoed.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.