icon

Nieuwe voorwaarden voor concurrentiebeding

De Tweede Kamer heeft op 5 oktober 2004 een wetsvoorstel aangenomen waarin geheel nieuwe eisen worden gesteld aan een concurrentiebeding. Dit zal behoorlijke gevolgen hebben voor de praktijk.
Het concurrentiebeding, dat altijd al schriftelijk overeen moest worden gekomen, moet nu expliciet de werkzaamheden en het geografisch gebied waarvoor het geldt vermelden, evenals de periode waarvoor het zal gelden. Deze periode mag maximaal één jaar zijn.
Dit zijn in feite eisen die in de praktijk al in de rechtspraak gesteld werden. Evenmin schokkend is de bepaling dat een concurrentiebeding zal vervallen indien de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd tijdens een proeftijd of in verband met faillissement.

Echt nieuw is echter dat vanaf de invoering van deze wet die in de eerste helft van 2005 wordt verwacht, een concurrentiebeding slechts geldig is wanneer daarvan deel uitmaakt de verplichting van de werkgever een billijke vergoeding te betalen voor iedere maand dat de beperking duurt. Wat in deze 'billijk' is wordt niet toegelicht, dat zal de praktijk moeten uitwijzen.
Het idee achter de vergoeding is dat deze dient als compensatie voor de beperking van vrije keuze van arbeid; het doel van deze regeling is het beperken van het toepassen van een concurrentiebeding in arbeidsovereenkomsten.

Die billijke vergoeding moet betaald worden (uitzonderingssituaties als na een terecht ontslag op staande voet daargelaten) wanneer niet de werkgever vóór of uiterlijk 'ter gelegenheid van' de opzegging door de werknemer heeft gemeld dat hij de werknemer niet aan het concurrentiebeding zal houden. Oók wanneer de werknemer ontslag neemt om iets te gaan doen dat helemaal niet onder het concurrentiebeding zou vallen: een ICT werkgever die zijn werknemers verbiedt na hun vertrek bij zijn onderneming in de sector werkzaam te blijven moet de vergoeding betalen, óók wanneer de (inmiddels ex-) werknemer zijn al lang bestaande wens ten uitvoering brengt en een bloemenwinkel begint.
Hij komt hier alleen onderuit wanneer hij tijdig laat weten de werknemer niet aan het beding te zullen houden. Doet hij dit ná de opzegging, dan kan de werknemer te kennen geven dat hij niet instemt met deze intrekking. Wel kan de rechter in dit soort gevallen de hoogte van de vergoeding wijzigen.

Wij voorzien stevige problemen in de praktijk. Het zal immers de werkgever zijn die zal moeten bewijzen dat de werknemer in het geheel niet gehinderd is door het concurrentiebeding bij de keuze van zijn nieuwe werkkring (dus: dat hij altijd al een bloemenwinkel wilde beginnen).
Concurrentiebedingen worden door de nieuwe wet een stuk minder aantrekkelijk. Naar verwachting zal een verschuiving optreden in de richting van het zogenaamde relatiebeding, nu de nieuwe wet expliciet vermeldt dat deze niet van toepassing is op dit soort bedingen. Helaas is de omschrijving van het begrip 'relatiebeding' niet glashelder. Voorzichtigheid en oplettendheid zijn dus geboden.

Al bestaande concurrentiebedingen worden ongemoeid gelaten.


Sander Schouten is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Nieuwe voorwaarden voor  concurrentiebeding

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief