Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Zoals wellicht bekend is het uitgangspunt dat alleen belanghebbenden bezwaar kunnen maken tegen een besluit van een bestuursorgaan, zoals de gemeente. Je bent alleen belanghebbend als jouw belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Heeft een besluit invloed via een bepaalde contractuele relatie, bijvoorbeeld koop of huur, dan kan het zijn dat wordt geoordeeld dat je geen rechtsreeks belang, maar een afgeleid belang hebt, en daarom niet als belanghebbende kunt opkomen tegen een besluit. Om die reden is het van belang te weten wie belanghebbende bij een besluit is, en doen rechters nog al eens uitspraken over de afbakening van dat begrip.
Kan een woningstichting die eigenaar is van een pand bezwaar maken tegen het verlenen van een vergunning en het verstrekken van een gedoogverklaring aan een coffeeshop die op de begane grond van dat pand gevestigd is?
De casus luidt als volgt. De gemeente Amsterdam verleende aan een exploitant van een coffeeshop een vergunning voor de exploitatie van een alcoholvrij bedrijf op de begane grond van een pand dat aan de woningstichting toebehoort. Tevens verstrekte zij de bijbehorende gedoogverklaring voor de verkoop van softdrugs.De woningstichting maakte hiertegen bezwaar omdat de inrichting niet aan de brandveiligheidsvoorschriften voldeed, al geruime tijd overlast veroorzaakte en gevaar opleverde voor openbare orde en veiligheid.
De gemeente Amsterdam verklaarde de woningstichting echter niet ontvankelijk omdat zij geen belanghebbende zou zijn. De rechtbank onderschreef dit standpunt en overwoog daartoe dat de contractuele relatie (huurovereenkomst) die de woningstichting met de vergunninghouder heeft geen rechtstreekse betrokkenheid oplevert bij de verleende vergunning.
De woningstichting stelde met succes hoger beroep in bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Raad van State). Zij voerde daarbij aan dat de verdiepingen die boven de coffeeshop zijn gelegen, en die haar ook in eigendom toebehoren, door de aanwezigheid van de coffeeshop minder goed verhuurd kunnen worden. Hierdoor wordt de waarde van het pand negatief beïnvloed. Deze omstandigheid levert een rechtreeks belang van haar op bij de door de gemeente Amsterdam verleende vergunning en gedoogverklaring.Volgens de Raad van State is er dus wel sprake van een rechtstreeks belang van de woningstichting. Dat de vergunninghouder de benedenverdieping van de woningstichting huurt, maakt dit niet anders, omdat dit niet wegneemt dat het gebruik dat de vergunninghouder van de benedenverdieping maakt, effecten heeft die de buiten de huurverhouding bestaande belangen van de woningstichting rechtstreeks raken.
Rob Tempelaars is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.