icon

Pro forma procedures binnenkort verleden tijd?

Indien een werknemer werkloos is en aanspraak wil maken op een WW-uitkering, zal hij daartoe een aanvraag bij het CWI moeten indienen. Het UWV beoordeelt vervolgens of de werknemer in aanmerking komt voor een WW-uitkering.
Als die instantie oordeelt dat de werkloosheid verwijtbaar is, kan de WW-uitkering geweigerd worden. Op basis van de huidige regelgeving wordt een werknemer verwijtbaar werkloos geacht als hij zich “verwijtbaar zodanig gedragen heeft dat hij redelijkerwijs moest begrijpen dat zijn gedrag zou leiden tot ontslag”, bijvoorbeeld in geval van diefstal van bedrijfseigendommen. Ook wordt een werknemer verwijtbaar werkloos geacht als hij zelf ontslag genomen heeft, terwijl voortzetting van het dienstverband niet zodanig bezwaarlijk is dat dit niet van hem kan worden gevergd. Tenslotte wordt een werknemer verwijtbaar werkloos geacht al hij zich niet (adequaat) heeft verweerd tegen zijn ontslag, terwijl aannemelijk is dat een dergelijk verweer overwegend positieve kans van slagen zou hebben.

Een van de eerste zaken(en tot voor kort vaak het enige)waar het UWV op let is of de werknemer zich wel in rechte had verzet tegen de beeindiging. Als er een uitspraak van een rechter lag waaruit bleek dat er een verweerschrift was ingediend wordt dit meestal (al is inmiddels wel een kentering te bespeuren) zonder meer aangenomen, hoe inhoudsloos dat verweerschrift ook is. In de praktijk heeft dit tot gevolg dat, als een werknemer en een werkgever overeenstemming hebben bereikt over de beëindiging van het dienstverband, zij in principe toch een (pro forma) ontslagprocedure (moeten) voeren om de WW-rechten van de werknemer veilig te stellen.

Volgens de nieuwe werkloosheidswet, die het kabinet volgend jaar wil invoeren, wordt een werknemer enkel nog verwijtbaar werkloos geacht in de eerste twee hiervoor genoemde gevallen. De verplichting verweer te voeren komt dus te vervallen en hiermee wordt de toets die het UWV uitvoert om te kijken of de werkloosheid verwijtbaar is, beperkt.
Het voeren van een pro forma procedure om het recht op een WW-uitkering veilig te stellen lijkt in de toekomst dus niet langer noodzakelijk.

Overigens wordt de eerste grond in de nieuwe werkloosheidswet geherformuleerd: de werknemer zal als verwijtbaar werkloos worden aangemerkt als hij zodanig ernstig heeft misdragen dat van de werkgever redelijkerwijs niet kan worden gevergd dat hij de dienstbetrekking laat voortduren. Die formulering is derhalve minder streng dan de oude, waardoor mensen eerder voor een WW-uitkering in aanmerking zouden moeten komen.
We wezen er al in een eerdere bijdrage op dat dat tegenstrijdig lijkt aan de ontwikkeling dat de toelatingseisen voor de WW worden verscherpt.
De WW krijgt hierdoor daadwerkelijk een ander karakter; wanneer werknemers er door de duur van hun arbeidsverleden voor kwalificeren krijgen zij zonder veel vragen een WW-uitkering, die dan ook nog iets hoger is dan nu; maar wel korter duurt. Dat is kennelijk wat de minister bedoelt met “een brug tussn twee banen”.


Quirine den Hollander is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Pro forma procedures binnenkort verleden tijd?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief