icon

Verruiming milieunormen: Interimwet Stad- en Milieubenadering

Woningbouw en industrie gaan moeilijk samen. In het verleden hebben plannen tot het bouwen van nieuwe woningen in de omgeving van een industrieterrein, veelal tot verzet door die industrie geleid. Dat verzet was niet geheel onterecht. Immers, door de nieuwe woningen wordt zij vaak niet alleen in haar uitbreidingsmogelijkheden, maar ook in haar bedrijfsvoering beperkt. Zo is het mogelijk dat – doordat woningen dichter bij de inrichting komen te staan – de normale bedrijfsvoering niet langer aan de geldende milieunormen voldoet. Ook de situatie dat in een woonwijk zich nieuwe bedrijvigheid vestigt, kan op verzet vanuit die woonwijk stuiten.

In de praktijk leidde deze gespannen verhouding tussen woningbouw enerzijds en milieubelastende inrichtingen anderzijds tot onoplosbare, juridische problemen. Omdat desalniettemin de behoefte bestond om – onder voorwaarden – deze activiteiten naast elkaar te laten plaatsvinden, is gezocht naar mogelijkheden voor verruiming van de normstelling. Dit heeft geleid tot de Interimwet Stad- en Milieubenadering.

Vanaf 1 februari jl. beschikken alle gemeenten in Nederland over de mogelijkheid om af te wijken van de milieunormen voor (o.a.) bodem, geluid en lucht. Om daartoe te kunnen overgaan moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Er moet worden beoordeeld of bronmaatregelen – bijvoorbeeld een geluidswal om een inrichting – kunnen worden getroffen. Indien de milieuregels via andere wettelijke mogelijkheden kunnen worden verruimd, dient daartoe worden overgegaan; dat is bijvoorbeeld het geval als ingevolge een 8.40 Wm – AMvB de mogelijkheid bestaat om een milieunorm te verruimen door het stellen van nadere eisen. Verder dient een (herziening van een) bestemmingsplan door de gemeenteraad te worden vastgesteld, waarin de combinatie van functies is neergelegd. Afwijking van de milieunormen is niet mogelijk indien slechts een vrijstellingsbesluit ex artikel 19 WRO voorhanden is. Naast deze eisen gelden nog een aantal aanvullende procedurele en motiveringseisen.

De nieuwe wetgeving is niet altijd toepasbaar. Zo kan niet worden afgeweken van normen die zijn terug te voeren op Europese richtlijnen. Daarin zijn ondermeer grenswaarden voor de luchtkwaliteit neergelegd; deze liggen ten grondslag aan het Besluit Luchtkwaliteit 2005. Een andere uitzondering is dat niet kan worden afgeweken van (geluids)normen die gelden voor luchtvaartterreinen.

Tot slot wijzen wij nog erop dat gelijktijdig met invoering van de Interimwet ook de Wet op de Ruimtelijke Ordening is gewijzigd. Op grond van artikel 41c van de WRO kunnen alle besluiten die op gemeentelijk niveau nodig zijn voor het realiseren van een gewenste ruimtelijke ontwikkeling – procedureel – worden gecoördineerd. Met name voor een initiatiefnemer van een bouwproject kan deze coördinatie grote voordelen met zich brengen. Bedoelde regeling heeft overigens een groter bereik dan de Interimwet; zij is in beginsel toepasbaar bij alle ruimtelijke ontwikkelingen.


Marjolein Dieperink is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Verruiming milieunormen: Interimwet Stad- en Milieubenadering

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief