icon

Europese vennootschapsvormen: een grabbelton met haken en ogen

In het EG-Verdrag is de voor de Europese Unie kenmerkende vrijheid van vestiging opgenomen: lidstaten mogen geen regels stellen die onderdanen van de Europese Unie belemmeren wanneer zij zich in de lidstaat van hun keuze willen vestigen. In verschillende uitspraken heeft het Europese Hof van Justitie bepaald dat deze vrijheid ook geldt voor vennootschappen die in de lidstaten zijn opgericht. Dit oordeel heeft (kortweg) tot gevolg dat Nederland aan buitenlandse vennootschappen (zoals de Engelse limited en de Duitse GmbH) die in Nederland willen ondernemen, niet méér verplichtingen mag opleggen dan aan onze eigen vennootschappen die de vorm van een B.V. hebben.

Door de uitspraken van het hof heeft de Nederlandse wetgever zich onder andere genoodzaakt gezien de Wet formeel buitenlandse vennootschappen aan te passen. Wij berichtten daar al eerder over. Diverse juristen hebben gesignaleerd dat de uitspraken nog een ander belangrijk gevolg zullen hebben: concurrentie tussen de Europese vennootschapsvormen. Nu het Europese Hof heeft bepaald dat alle Europese vennootschappen overal binnen de Europese Unie zondermeer moeten worden geaccepteerd, kunnen bedrijven immers gaan shoppen naar de rechtsvorm van het land dat hun het beste uitkomt. Het is de lidstaten er daarom veel aan gelegen om hun rechtsstelsel zo gunstig mogelijk te maken en er zo voor te zorgen dat bedrijven hun vennootschapsvorm kiezen en zich daar vestigen. Verschillende Europese lidstaten hebben met het oog op de competitie al plannen gemaakt om hun vennootschapsrecht te versoepelen. Zo zal de Nederlandse minister van Justitie onder andere voorstellen om de minimumkapitaaleis van 18.000 euro af te schaffen en kapitaalbeschermingsregels minder strikt te maken. Daartegenover zullen de regels voor bestuurdersaansprakelijkheid worden verscherpt.

In een recent artikel geeft prof. mr. J.M. Smits (hoogleraar Europees Privaatrecht aan de Universiteit van Maastricht) zijn visie op de vrees die bestaat voor de gevolgen van competitie van vennootschapsvormen. Volgens hem loopt het zo’n vaart niet. Met name niet omdat het minder eenvoudig is dan het lijkt om voor een buitenlandse vennootschapsvorm te kiezen.

Zo is bijvoorbeeld van belang dat, als een bedrijf kiest voor de vennootschapsvorm die voor hem het meest aantrekkelijk is en zich niet daadwerkelijk vestigt in het land dat bij die vennootschapsvorm hoort, het bedrijf nog steeds voor het arbeidsrecht, insolventierecht, sociaal verzekeringsrecht, fiscaal recht, etc. is gebonden aan het land waar het werkelijk gevestigd is.

Verder is het maar de vraag of het werkelijk zoveel voordelen biedt om bijvoorbeeld een Engelse limited te verkiezen boven een Nederlandse B.V. Algemeen wordt aangenomen dat de limited één van de meest aantrekkelijke vennootschapsvormen is, met name omdat de oprichting relatief goedkoop is en er geen minimumkapitaaleis geldt. Wat veel ondernemers echter niet weten is dat bestuurders van de limited relatief snel aansprakelijk zijn voor hun handelen, de vennootschap zijn administratie in het Verenigd Koninkrijk dient te bewaren en dat banken vaak persoonlijke borgstellingen van de aandeelhouder of bestuurder eisen om het gebrek aan kapitaal in de vennootschap te compenseren. Daarnaast brengt het handelen onder een vreemd rechtsstelsel onzekerheden met zich. Om deze onzekerheden te tackelen, is het vaak nodig om uitgebreid juridisch advies in te winnen van buitenlandse advocaten. Al deze factoren maken dat de limited die eerst zo’n aantrekkelijk alternatief leek, achteraf alsnog een duur vehikel kan blijken.

Een keuze voor een buitenlandse vennootschapsvorm, kan in sommige gevallen echter zeker voordelen bieden. Voor welke vorm dan moet worden gekozen, is steeds van de situatie afhankelijk. De ondernemer die overweegt een buitenlandse vennootschap op te richten of te kopen, late zich tevoren goed informeren.


Peter Bos is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Europese vennootschapsvormen: een grabbelton met haken en ogen

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief