icon

Het volgrecht komt!

Zaterdag is het zo ver. Dan treedt een wijziging van de Auteurswet in werking die ook in Nederland het zogenaamde “volgrecht” of “droit de suite” introduceert. Het gaat om het recht van de maker van het “origineel van een kunstwerk” om iedere keer als dit kunstwerk wordt wederverkocht in een overeenkomst waarbij een “professionele kunsthandelaar” is betrokken, een deel van de verkoopprijs te kunnen opstrijken. Het betreft hier de zoveelste loot aan de oude, inmiddels zwaar doorbuigende stam van de intellectuele eigendomsrechten. Ook deze wordt ons weer opgedrongen door Europa. Wel moet gezegd worden dat dit een onderwerp is waar al jarenlang over is nagedacht en gefilosofeerd en dat in diverse Europese landen ook al was geïntroduceerd. Vanwege de broodnodige Europese harmonie, nu dus ook in Nederland.

De achterliggende gedachte roept het beeld op van de arme kunstenaar, die zijn werk (veel te goedkoop natuurlijk) aan een gemene galeriehouder verkocht, om vervolgens te moeten toezien hoe deze er een woekerwinst op behaalt. Vele malen zelfs, wellicht, want misschien komt het werk wel weer terug in de handel om nog vele malen verkocht te worden.
In het bestaande systeem werd de kunstenaar daar niet beter van; in het nieuwe wel: hij krijgt recht op een percentage van de koopprijs.

Dat percentage wordt overigens met de nodige mitsen en maren berekend. Bij een verkoopprijs onder de 3.000 euro krijgt de kunstenaar bijvoorbeeld niets. Ook als het werk binnen drie jaar na de eerste verkoop wordt verkocht voor minder dan 10.000 euro vist hij achter het net. Maar als hij wel kan innen is dat toch de moeite waard: 4% over het bedrag tot 50.000 euro, 3% over het meerdere tot 200.000 euro, 1% over het meerdere tot 350.000 euro, daarboven 0,5% tot 500.000 euro en dan nog eens 0,25% over het meerdere. Maar nooit meer dan in totaal 12.500 euro.

Wat ik zelf het vreemdst vind aan de regeling is dat deze ook lijkt te gelden als het kunstwerk met verlies wordt doorverkocht. Dus stel: de galeriehouder had het schilderij ingekocht voor 100.000 euro (waarover hij dus al 3.500 euro aan de kunstenaar moest betalen) en raakt het uiteindelijk voor 80.000 euro weer kwijt. Dan moet hij vervolgens toch ook nog weer eens een keer 2.900 euro aan de kunstenaar overmaken! In beide gevallen gaat het immers om een verkoop waar een professionele kunsthandelaar bij betrokken is.

Dat plaatst het beeld van de arme kunstenaar versus de gemene galeriehouder toch weer in een wat ander licht. Als de hapjes op uw eerstvolgende vernissage wat tegenvallen weet u nu hoe dat komt…

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Het volgrecht komt!

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief