Praktijkgebieden: Bestuursrecht
De Werkgroep Inspraak heeft in opdracht van de Minister van Verkeer en Waterstaat onderzocht op welke wijze in inspraakprocedures verbeterd zouden kunnen worden. Dit heeft geresulteerd in het advies “Inspraak Nieuwe Stijl: maatwerk”.
In de praktijk ziet men inderdaad dat inspraak voor de burgers veelal op een tijdstip plaatsvindt, waarbij de planvorming al in een zodanig vergevorderd stadium verkeert, dat wijziging van de plannen niet meer wenselijk geacht wordt door het initiërende bestuursorgaan. Burgers voelen zich dan ook vaak niet gehoord. De werkgroep beveelt een nieuwe werkwijze aan, welke voorlopig uitvoerbaar zou zijn binnen de vigerende regelgeving.
Burgers zouden meer de gelegenheid moeten krijgen om in een vroeg stadium mee te denken over plannen. De inspraak zou zich in twee opeenvolgende stappen moeten voltrekken. De eerste stap is de zogenaamde consultatie en betreft de beleidsvoorbereiding. De tweede stap is een finale belangentoets en betreft het ontwerpbesluit. Deze fase zou als een vangnet voor zaken en belangen die over het hoofd zijn gezien moeten fungeren, en voor burgers die menen in hun persoonlijke belangen onevenredig benadeeld te worden. Vanzelfsprekend blijven de bestaande bezwaar- en beroepsprocedures bestaan, al verwacht de werkgroep dat daar met de inspraak nieuwe stijl minder gebruik van zal worden gemaakt.
Per project zou volgens de werkgroep moeten worden bekeken welke inspraakmethode passend is. Bij projecten die uiteindelijk een directe, fysieke betekenis hebben, zou consultatie gevolgd moeten worden door een finale toets. Bij een beleidsvisie waar de individuele consequenties (nog) niet duidelijk zijn, zou kunnen worden volstaan met consultatie. Bij projecten met een zeer beperkte fysieke implicaties zou kunnen worden volstaan met een finale toets.
Het kabinet heeft het advies ter harte genomen en heeft besloten om de voorgestelde werkwijze in de praktijk te toetsen. Daartoe zijn zeven (rijks)projecten aangewezen, waaronder de aanpak van de Utrechtse ringwegen en de ontpoldering Noordwaard.
Bij komende herzieningen van wetgeving zal aan de hand van de praktijkervaringen bekeken worden of wetswijzigingen wenselijk zijn.
Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.