icon

Deskundig tegenadvies en welstand

In het kader van de beoordeling van een aanvraag om een bouwvergunning dient te worden getoetst of het bouwplan voldoet aan redelijke eisen van welstand. Volgens vaste rechtspraak mag een bestuursorgaan daarbij aan het advies van de welstandscommissie groot gewicht toekennen. Het overnemen van het welstandsadvies behoeft in de regel geen nadere toelichting, tenzij de aanvrager of een derde-belanghebbende een tegenadvies overlegt van een andere deskundig te achten persoon of instantie. Een dergelijk tegenadvies dient wel uiterlijk voor de beslissing op het bezwaarschrift in procedure zijn gebracht. Een nadien overgelegd tegenadvies wordt buiten beschouwing gelaten.

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in een onlangs behandeld geval feiten en omstandigheden aanwezig geacht dat van het bestuursorgaan redelijkerwijs mocht worden verwacht dat hij het deskundig tegenadvies zou afwachten alvorens de beslissing op het bezwaarschrift te nemen (uitspraak 24 mei 2006, 200506357/1). De Afdeling noemt in de uitspraak een flink aantal feitelijke omstandigheden die haar tot dit oordeel brachten. Zo waren er onder meer vanaf het begin van de procedure bezwaren tegen het, aanvankelijk zonder onderbouwing uitgebrachte, welstandsoordeel van de gemeentelijke welstandscommissie expliciet naar voren gebracht. Ter zitting voor de behandeling van het bezwaarschrift was uitdrukkelijk aangegeven dat men nog nader wilde reageren op het kort voor de zitting uitgebrachte gemotiveerde welstandsadvies. Voorts was het bestuursorgaan reeds voorafgaand aan het besluit op bezwaar op de hoogte van het voornemen tot het overleggen van een deskundig tegenadvies, waarbij tevens was aangegeven dat voornoemd advies niet lang op zich zou laten wachten.

Volgens de Afdeling doet de hierboven genoemde jurisprudentie niet ter zake nu deze op andere gevallen en omstandigheden ziet dan het onderhavige. Door dit een uniek geval te noemen, tracht de Afdeling haar jurisprudentie overeind te houden. Het is de vraag of haar dat zal lukken. Per slot van rekening doet zij niets anders dan een uitzondering te aanvaarden op de in haar rechtspraak geformuleerde regel (nl. dat een tegenadvies na beslissing op bezwaar buiten beschouwing wordt gelaten). In het vervolg zal in alle voorkomende gevallen waarin deze regel toepasselijk kan zijn, tevens dienen te worden onderzocht of zich feiten en omstandigheden voordoen die vergelijkbaar zijn met die in deze uitspraak. Indien dat het geval is, mist de regel toepassing.

Wellicht kan deze uitspraak in verband worden gebracht met de overweging van de Minister van Justitie bij de totstandkoming van het gewijzigde artikel 6:13 Awb, dat in werking is getreden per 1 juli 2005. Uit hetgeen de Minister bij brief van 29 oktober 2004 heeft geschreven, volgt dat de regering voorstander is van de mogelijkheid dat nieuwe beroepsgronden en bewijs worden ingebracht na afloop van de bestuurlijke fase. Wie weet heeft de Afdeling met deze uitspraak beoogd een eerste stap in deze richting te zetten.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Deskundig tegenadvies en welstand

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief