Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De wetgever heeft in 1996 (bij het invoeren van de loondoorbetalingsverplichting aan zieke werknemers gedurende 52 weken) de werkgever een regres- of verhaalsrecht toegekend. Dit recht houdt in dat wanneer een derde aansprakelijk is voor de gebeurtenis, veelal een verkeersongeluk, die tot de ziekte van de werknemer heeft geleid, de werkgever het loon dat hij moet betalen aan zijn zieke werknemer kan verhalen op deze derde.Aan het te verhalen bedrag is wel een maximum gesteld. Het bedrag dat de werkgever kan verhalen is ten hoogste gelijk aan het bedrag dat de aansprakelijke persoon als vergoeding voor inkomensschade aan de zieke werknemer had moeten betalen, als de werkgever geen loondoorbetalingsverplichting zou hebben gehad. De door de werkgever ingehouden loonbelasting en betaalde sociale premies kunnen daardoor niet verhaald worden. Dit maximum wordt het civiele plafond genoemd.
Lange tijd bestond onduidelijkheid over de vraag of en zo ja welke kosten de werkgever naast het netto loon kan verhalen.Deze onduidelijkheid werd bij het uitbreiden van de loondoorbetalingsverplichting naar 104 weken als nog nijpender ervaren. Bij de behandeling van het Wetsvoorstel van de Wet Werk en Inkomen (Wet WIA) in het parlement werd er ook op gewezen dat werkgevers die eigenrisicodrager zijn en dus zelf de uitkering betalen te meer belang hebben bij duidelijkheid.Onlangs heeft de minister aan de gevraagde duidelijkheid geboden.In een brief van 18 augustus jl. heeft de minister duidelijk gemaakt dat de werkgever, naast het nettoloon, ook de kosten van reïntegratie moet kunnen verhalen op een aansprakelijke derde. De minister onderbouwt dit door erop te wijzen dat de reïntegratiekosten te beschouwen zijn als redelijke kosten ter beperking van de schade, en het uitgangspunt binnen het schadevergoedingsrecht is dat dergelijke kosten vergoed dienen te worden door de aansprakelijke partij. Kort gezegd komt de rechtvaardiging daarvoor erop neer dat de aansprakelijke derde er belang bij heeft dat de door hem veroorzaakte schade niet onnodig hoog oploopt. Door de zieke werknemer te reïntegreren wordt de inkomensschade (hopelijk) beperkt door de werkgever, waardoor de aansprakelijke veroorzaker minder inkomensschade hoeft te vergoeden.
De minister heeft toegezegd een wetsontwerp op te zullen stellen dat eea regelt.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.