icon

Bestemmingsplan gaat boven welstandsnota

Het komt meer dan eens voor dat een welstandsnota of een welstandscommissie door het bestemmingsplan geboden bouwmogelijkheden in strijd met redelijke eisen van welstand acht. Op grond daarvan zou een bouwvergunning in principe moeten worden geweigerd. In een recente uitspraak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak nog eens op een rijtje gezet hoe zij de verhouding ziet tussen bestemmingsplan en welstandstoets en daar een nadere verfijning op aangebracht (12 juli 2006, AY3672).

De Afdeling heeft al meermalen uitgemaakt dat de welstandstoets zich in beginsel dient te richten naar de bouwmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. Het bestemmingsplan is bij uitstek het wettelijk instrument waarmee, langs de in de WRO aangegeven en met bijzondere waarborgen omklede weg, aan gronden een bestemming wordt gegeven en voorts de daarbij behorende bebouwings- en gebruiksmogelijkheden worden aangegeven. Uit het algemene karakter van het welstandsvereiste vloeit voort dat bij de welstandstoets de voor de grond geldende bebouwingsmogelijkheden als uitgangspunt dienen te worden gehanteerd.
Naarmate het bestemmingsplan meer keuze laat tussen verschillende mogelijkheden om de bouw te realiseren, is het bevoegd gezag – met inachtneming van de uitgangspunten van het bestemmingsplan – vrijer in de welstandsbeoordeling en zal deze minder snel geacht worden te leiden tot een belemmering van de verwezenlijking van de bouwmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. Indien echter uit de voorschriften en de systematiek van het bestemmingsplan volgt dat zulk een keuze niet of slechts in beperkte mate aanwezig is – met name indien de bebouwingsmogelijkheden daarin gedetailleerd zijn aangegeven – vormt die opzet bij de welstandstoets een dwingend gegeven. In dat geval wordt de grens van de welstandstoets eerder overschreden.

De Afdeling heeft hier in voornoemde uitspraak aan toegevoegd dat met art. 12.3 Woningwet, dat op 1-1-2003 in werking is getreden, is beoogd aan te sluiten bij de in de vaste rechtspraak neergelegde voorrang van het bestemmingsplan. Het primaat van het bestemmingsplan gaat volgens de Afdeling echter niet zover dat er geen ruimte meer is voor een negatief welstandsoordeel, indien het ingediende bouwplan in overeenstemming is met het bestemmingsplan. Als echter moet worden vastgesteld dat verwezenlijking van uitdrukkelijk in het bestemmingsplan opgenomen bouwmogelijkheden onmogelijk wordt gemaakt dienen de in de gemeentelijke welstandsnota opgenomen welstandscriteria op grond van art. 12.3 Woningwet buiten toepassing te blijven.

Bij het hanteren van de welstandsnota is derhalve waakzaamheid geboden: uitgangspunt is dat deze geen inbreuk mag maken op de door het bestemmingsplan geboden bouwmogelijkheden.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Bestemmingsplan gaat boven welstandsnota

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief