icon

Wouter en Dirk

U zult het al wel hebben vernomen: “het supermarktconcern Dirk van den Broek zal de Partij van de Arbeid niet voor de rechter dagen, maar netjes vinden ze het niet”. De Partij van de Arbeid deelt sinds kort rode boodschappentassen uit met in witte letters aan de ene kant de vermelding “Wouter” (onderstreept) en aan de andere kant “Bos” (eveneens onderstreept). Afgezien van de tekst lijken de tassen als twee druppels water op de bekende tassen van Dirk van den Broek. Daar staat gewoon “Dirk” op (onderstreept). De Wouter-tassen kunnen sinds vandaag wel gratis worden ingeruild voor een échte Dirk tas in elk filiaal van de supermarkt.

Geen rechterlijke uitspraak dus. Jammer. Ik ben wel benieuwd hoe de procedure zou zijn opgebouwd en wat de rechter zou hebben beslist. Dirk had zowel zijn auteursrecht als zijn merkrecht in de strijd kunnen werpen.
Auteursrecht? Ja, ik denk het wel. De tas is misschien qua vormgeving niet vreselijk opzienbarend, maar de knalrode kleur in combinatie met dat overduidelijke “Dirk” doen mij toch neigen naar het aanwezig achten van een eigen oorspronkelijk karakter en het persoonlijk stempel van de maker. Dat dubbele criterium levert de zogenaamde “werktoets”, aan de hand waarvan rechters beslissen of aan een voortbrengsel auteursrechtelijke bescherming toekomt. De volgende vraag is dan of beide producten zodanig op elkaar lijken dat het één moet worden gezien als een verveelvoudiging van het ander. Ook dat durf ik hier wel aan te nemen.

Merkrecht? Ja, het zal u misschien verbazen, maar de Dirk-tas met opdruk is als merk gedeponeerd en wel (gôh) voor de warencategorie: “tassen”. Dit depot is een voorbeeld van een zogenaamd “vormmerk”, waarbij de volledige vorm van een product merkenrechtelijk kan worden beschermd. Het merk is geldig ingeschreven en wordt normaal gebruikt. Klip en klare merkinbreuk van de PvdA dus, zou je zeggen.

De PvdA zou in een procedure echter ook weer niet geheel met lege handen hebben gestaan. Ik verwacht dat ze (naast de obligate ontkenning van de oorspronkelijkheid van de Dirk-tas en wellicht ook van de geldigheid van het merk) voornamelijk zouden hebben ingezet op de parodie-exceptie. Ik schreef daar al eerder over in het verband van Barend en van Dorp in de Croky reclame en Jan Peter Balkenende als peuter bij de Kijkshop. Dit verweer, sinds 2004 in de Auteurswet gecodificeerd maar daarvoor al bekend uit de jurisprudentie, houdt in dat men een auteursrechtelijk beschermd werk mag verveelvoudigen en openbaar maken als dit een parodiërend karakter heeft.

Natuurlijk heeft de PvdA willen aanhaken bij de bekende Dirk tas. Maar is het daarmee ook een parodie? En is de gelijkenis niet veel te treffend? Al lang geleden maakte de Hoge Raad namelijk uit dat een parodie geen vrijbrief is voor letterlijke kopieën. Voldoende overeenstemming om het parodiërend karakter duidelijk te maken is toegestaan, meer niet. Is die grens hier niet overschreden? Wellicht helpt in dit verband dat de PvdA tas aan de ene kant “Wouter” en aan de andere “Bos” vermeldt, maar helemaal gerust zou ik er toch niet op zijn.
En dan is er nog de hamvraag of een parodie eigenlijk ook wel in het merkenrecht is toegestaan? Zelfs binnen het auteursrecht is men er in commerciële situaties doorgaans niet dol op…

We zullen echter nooit weten wat de rechter er mee had gedaan, want Dirk van den Broek heeft in plaats daarvan gekozen voor de omruilactie. En pikt op deze manier natuurlijk een mooi commercieel graantje mee, terwijl om Wouter en zijn PvdA toch een beetje het odium van na-apers blijft hangen.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Wouter en Dirk

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief