icon

Over bouwrijp maken en de zorgvuldigheid van de gemeente

In Nederland wordt grond vaak “bouwrijp” geleverd. Dat is fiscaal gunstig en de verkrijger weet dan ongeveer wat voor grond hij krijgt. Maar is dat echt zo ? Blijkbaar niet, want in onze ervaring ontstaan er nogal wat geschillen over de vraag of een bepaald stuk grond “bouwrijp” is. Die geschillen kunnen ontstaan tussen de verkoper en de projectontwikkelaar, maar ook tussen opdrachtgever en aannemer. Deze geschillen gaan vrijwel altijd over de kosten die zijn gemoeid met het “bouwrijp” maken, voordat je kan beginnen met het “echte” werk.

Deze geschillen draaien natuurlijk allemaal om de vraag wat “bouwrijp” precies inhoudt. De gemeente heeft beloofd dat de grond “bouwrijp” wordt geleverd. Of de opdrachtgever heeft aan de aannemer beloofd dat het te bebouwen perceel “bouwrijp” aan hem ter beschikking wordt gesteld. Maar wat betekent “bouwrijp” dan precies ? Over het antwoord op die vraag bestaat nogal wat onenigheid. Er is geen wettelijke term die beschrijft wat “bouwrijp” betekent. Partijen kunnen dus zelf afspreken wat “bouwrijp” betekent, alleen dat gebeeurt vaak niet. In overeenkomsten wordt vaak alleen maar verwezen naar de term “bouwrijp”, zonder verdere specificatie.

Hoewel de jurisprudentie nogal variabel is, is er onlangs een uitspraak gedaan die de term “bouwrijp” nader invult. Volgens het Hof Den Bosch betekent “bouwrijp” in het algemeen dat het perceel is ontsloten en ontwaterd, dat het is aangesloten op nutsvoorzieningen, dat de grond niet is verontreinigd, dat er geen vreemde obstakels in de grond zitten en dergelijke. Dat geeft toch een aanwijzing als u ooit een geschil heeft over de term “bouwrijp”.

In de betreffende uitspraak werd overigens ook toepassing gegeven aan het principe dat een overheid extra zorgvuldigheid in acht dient te nemen als zij optreedt in de dubele rol van zowel regelstellende overheid als contractspartij (verkoper van grond). In casu had de gemeente vergeten aan de koper (projectontwikkelaar) te melden dat zij in het kader van de bouwvergunning vereiste dat het perceel zou worden opgehoogd met 1,50 meter. De gemeente moest nu de kosten van de ophoging vergoeden aan de projectontwikkelaar. Dat was toch ongeveer 15% van de totale bouwsom. Een interessante gedachte als er eens een tegenvaller optreedt.


Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bouwrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Over bouwrijp maken en de zorgvuldigheid van de gemeente

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief