Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
In een uitzonderlijk lang vonnis, heeft de rechtbank Utrecht bepaald dat de bestuurders, commissarissen en aandeelhouder van Ceteco aansprakelijk zijn voor het faillissement van Ceteco. Wij zijn niet bekend met een eerdere zo vergaande uitspraak.
De curatoren van Ceteco hadden ook nogal uitgepakt. Zij hebben hebben in één klap daadwerkelijk iedereen voor de rechter gesleept die zij konden bedenken. En passant is bijvoorbeeld ook de accountant Ernst & Young gedagvaard, maar die vordering wordt afgewezen.
De bestuurders en commissarissen wordt verweten dat zij in augustus 1997 de beslissing hebben genomen om een versnelde groeistrategie te voeren, terwijl zij wisten of konden weten dat het bedrijf en onderliggende operationele en financiële systemen onvoldoende waren om deze strategie te kunnen dragen. Daarmee was, volgens de rechtbank, feitelijk de onderneming onbestuurbaar geworden terwijl de bestuurders en commissarissen dat risico expliciet hadden besproken en onder ogen gezien. De bestuurders en commissarissen hadden een onderzoek moeten instellen naar de vraag of de omvang van de onderneming nog wel in overeenstemming was met de kwaliteit van de onderliggende processen. Volgens de rechtbank had iedere redelijk denkende bestuurder of commissaris van een internationaalopererende beursgenotererde onderneming dat gedaan.
Ook Hagemeyer als meerderheidsaandeelhouder wordt aansprakelijk gehouden. Zij had zich zodanig intensief met Ceteco bemoeid, in een veelheid van hoedanigheden, dat zij feitelijk het beleid van Ceteco mede bepaalde.
De rechtbank heeft, naar onze mening, de lat voor bestuurders en commissarissen van beursgenoteerde ondernemingenn fors opgetrokken. De rechtbank heeft bevestigd dat stilzitten waar handelen geboden was, kan leiden tot aansprakelijkheid. Het vonnis is verder te omvangrijk om hier verder te bespreken. Wij verwijzen naar de kernoverwegingen van §5.99 en §5.100 van de uitspraak.
Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.