icon

Aanwezigheidsdiensten en loon

Een tijdje geleden – najaar 2003 – deed een uitspraak van het Europese Hof van Justitie veel stof opwaaien: het oordeelde dat de tijd die werknemers tijdens een wachtdienst op hun werk doorbrengen als werktijd gezien moet worden. Brandweermannen die in de kazerne sliepen, en artsen in het ziekenhuis, werden anders dan daarvoor plots – ongeacht of ze in hun slaap gestoord werden – geacht aan het werk te zijn.
De gevolgen waren vergaand, roosters moesten aan de nieuwe situatie worden aangepast, en de loonkosten dreigden aanzienlijk te stijgen. In Nederland diende de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit aan de nieuwe Europese werkelijkheid te worden aangepast. Niet alle organisaties pasten hun roostering en beloning tijdig aan, hetgeen tot een aantal procedures heeft geleid, waarbij die organisaties op hun vingers werden getikt.

Inmiddels, dat wil zeggen begin 2007, heeft het Hof een nadere uitspraak gedaan die wellicht weer voor wat rust kan zorgen: in een geschil tussen een Tsjechische arts en zijn werkgever is geoordeeld dat de inactieve uren tijdens een aanwezigheidsdienst niet tegen hetzelfde uurloon vergoed behoeven te worden als de uren waarin daadwerkelijk is gewerkt.

De inactieve uren tellen met andere woorden wel als werktijd mee voor de vaststelling van het maximaal aantal uren dat in een periode mag worden gewerkt, maar dit brengt niet automatisch met zich dat gedurende de gehele aanwezigheidsdienst hetzelfde betaald moet worden als voor reguliere arbeidsuren.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Aanwezigheidsdiensten en loon

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief