icon

Afstand van het recht op bezwaar

Regelmatig komt de vraag op of bij voorbaat afstand kan worden gedaan van het recht op bedenkingen, bezwaar en beroep, bijvoorbeeld tegen bouwplannen van buurpercelen. Dat afstanddoen zou bijvoorbeeld in een koopovereenkomst of schadevergoedingsregeling kunnen worden opgenomen.

Voor zover het koopovereenkomsten van onroerende zaken betreft kan de notaris gevraagd worden een afstandsbepaling in de leveringsakte op te nemen, zodat deze automatisch bij het kadaster geregistreerd staat. Er kan zelfs een kettingbeding met boetebepaling aan worden verbonden, die tot gevolg heeft dat opvolgende eigenaren/rechtverkrijgenden aan datzelfde afstandsbeding gebonden zijn.
Nu is een dergelijke bepaling in wezen in strijd met art. 17 van de Nederlandse Grondwet, welke regel bepaalt dat niemand tegen zijn wil kan worden afgehouden van de rechten die de wet hem toekent. Maar ja, wat is tegen uw wil; bij een langjarig kettingbeding kan immers uw wensenpakket en oordeelsvorming wijzigen en dan zit u nog steeds aan dat beding vast. Een beroep op het EVRM en op BW art. 3:40 lid 1 (een rechtshandeling die door inhoud of strekking in strijd is met de goede zeden of openbare orde is nietig) kan dan mogelijk een oplossing brengen.

Een dergelijk geval werd door het Gerechtshof Amsterdam (16 augustus 2007, nr. 1656/05) behandeld. Het ging daarbij om een bijzonder uitgebreide en in de tijd onbeperkt afstand van rechten op bezwaar, beroep, met boetebepaling / schadevergoeding etc., die bleef gelden voor opvolgende eigenaren; met name het laatste lijkt bij het Hof een belangrijke overweging geweest om het afstandsbeding als nietig aan te merken: ook deze (onbekende) derden zouden in de toekomst de toegang tot de rechtsbescherming die de Algemene wet bestuursrecht hen geeft worden afgehouden. Een andere overweging van het Hof was dat overtreding van het afstandsbeding met een dermate – niet voor matiging vatbare – boete werd bedreigd dat er in feite op geen enkele manier aan is te ontkomen; maar dat was nu juist de bedoeling van de bedingende partijen.

Is het nu volstrekt onmogelijk om van een dergelijk afstandsbeding gebruik te maken? Daar wordt door de diverse rechtbanken genuanceerd over gedacht. De rechtbank Alkmaar stelde in een vonnis dat het mogelijk is afstand te doen, als dit expliciet is overeengekomen en onderdeel uitmaakt van een vaststellingsovereenkomst. Maar voegen wij eraan toe, dat heeft dan geen werking voor rechtsopvolgers. Ook het Gerechtshof laat wel enige ruimte over om bij overeenkomst afstand te doen van een zgn. bestuursrechtelijk rechtsmiddel. Dit standpunt wordt onderschreven door de commissie rechtsbescherming van de Vereniging voor Administratiefrecht. Dit sluit ook aan bij het in het belastingrecht gangbare “fiscaal compromis”, waarin de belastingplichtige afstand doet van zijn recht om bezwaar en beroep in te stellen tegen de uiteindelijke beslissing van de inspecteur, zie HR 8 maart 1995, bnb 1995/246.

Ons advies aan u als belanghebbende zou zijn: neem zo'n afstandbeding zo nodig op, maar maak het niet te zwaar, beperk het in de tijd en wees voorzichtig met de positie van (nog) onbekende rechtsopvolgers: die weten immers nog van niets en zullen eerder worden beschermd.


Jaap Rehbock is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Afstand van het recht op bezwaar

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief