icon

Een nieuwe kantonrechtersformule!

Het lijkt er nu toch echt op dat er iets gaat gebeuren met de ontslagvergoedingen. Het systeem lijkt niet substantieel anders te worden, maar de vergoedingen gaan wel omlaag.

Gisteren heeft de Kring van Kantonrechters overlegd over de kantonrechtersformule. Die dateert al weer van 1996, en de rechters vonden dat de formule toe was aan een “update”. De rechters niet alleen, trouwens; de politiek is er ook al tijden mee bezig maar liep steeds vast in het poldermodel: steeds was er wel één partij die de discussie – wat doen we met de ontslagvergoedingen – gebruikte voor een ander onderwerp: werkgelegenheidbeleid, de preventieve ontslagtoets, de WW-uitkering, enzovoorts. De rechters hebben dat probleem niet. Ze hebben het gehad over de vergoeding, en komen met een nieuw beleid dat ook precies dáárover gaat: de vergoeding. Ze vonden (terecht, denk ik) de aangekondigde regels van minister Donner te ongewis om daarop te wachten. De regels gaan naar verwachting op 1 januari a.s.

Wat gaat er veranderen? Op een rijtje:

Ten eerste: de rekenregels worden anders. Nu is het één maand voor elk dienstjaar tot 40 jaar, anderhalf tussen 40 en 50, en twee boven de 50. Dat wordt: een halve maand per dienstjaar tot 35, één maand tussen 35 en 45, anderhalve maand tussen 45 en 55, en twee maanden boven 55. Met name de jonge werknemers leveren dus in, en dat is ook de bedoeling van de rechters. Hun positie op de arbeidsmarkt is prima.

Ten tweede, en dat lijkt wél een echte verandering, gaan ook meer omstandigheden een rol spelen. Nu is dat (als het goed is) alleen de verwijtbaarheid; straks wordt de vergoeding ook beïnvloed door de financiële positie van het bedrijf, het gemak waarmee een werknemer ander werk kan vinden, en de mate waarin de werkgever heeft geïnvesteerd in de opleiding van de werknemer. Die laatste omstandigheden zijn dus toegesneden op de positie op de arbeidsmarkt van de werknemer. Wie de toelichting leest die op de website van de rechtspraak is geplaatst, kan trouwens afleiden dat die omstandigheden aanleiding kunnen zijn voor verlaging van de vergoeding.

Eén regel die al wel werd toegepast wordt nu vastgelegd, en dat is er wel een om voor op te passen. Als een contract voor bepaalde tijd voor twee jaar of korter wordt ontbonden en dat contract kent niet de mogelijkheid van tussentijdse opzegging, bedraagt de vergoeding in principe de rest van het salaris tot aan het einde van het contract. Dat was al iets om op te letten, en dat wordt het dus temeer.

De vraag is uiteraard wat er nu gaat gebeuren met de aangekondigde plannen van minister Donner. Mijn gok is: niets. Het zal voor alle partijen wel het makkelijkste zijn om nu naar de nieuwe formule te wijzen en te zeggen dat we het daar maar mee moeten doen. Niemand hoeft dan iets toe te geven. Want wat was de inruil van het akkoord tussen de sociale partners waar we eerder over schreven? Enerzijds het met rust laten van het ontslagstelsel – over de wijziging waarvan toch al geen akkoord kon worden bereikt – en anderzijds loonmatiging. De eisen tot loonstijging zullen onder druk van de kredietcrisis echter toch al wel afzwakken, zoals nu al blijkt bij de CAO-onderhandelingen bij Corus.

Als de nieuwe regels zijn uitgewerkt en gepubliceerd komen we daar uiteraard op terug.


Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Een nieuwe kantonrechtersformule!

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief