icon

O, kom er eens kijken …

Bij deze woorden denk je wellicht niet direct aan peepshows. Die (althans hun uitbaters) kregen van de Hoge Raad vandaag echter een sinterklaaskadootje: de Hoge Raad vindt een peepshow een cultureel evenement of voorziening, althans daaraan gelijk te stellen. Belangrijker dan deze erkenning voor de prestaties van de acteurs zal voor de uitbaters zijn dat daarop het verlaagde BTW tarief van toepassing is. Was, moet ik zeggen, maar daarover later.

De zaak speelt al een tijdje, met als inzet dus de hoeveelheid BTW die de uitbaters moesten afdragen. De wet kent een verlaagd tarief voor “het verlenen van toegang tot muziekuitvoeringen en toneeluitvoeringen, daaronder begrepen opera's, operettes, dansen, pantomimes, revues, musicals en cabarets, alsmede lezingen”. Is een peepshow dat? De Ontvanger vond van niet. De rechtbank in Haarlem gaf hem daarin gelijk: een peepshow was naar zijn oordeel geen culturele uiting. Bovendien, zo stelde de rechtbank, was het verlaagde BTW-tarief een maatregel geweest om teruggang in de subsidies wat te compenseren. De uitbater (die opkwam tegen het oordeel van de Ontvanger) was niet actief in de gesubsidieerde culturele sector, en er was dus geen aanleiding hem dat voordeel te gunnen.

De staatssecretaris vond dat ook. Hij zegt het op gestelde kamervragen niet met zoveel woorden, maar voor het verlaagd tarief moet je naar zijn oordeel wel iets méér doen dan “het louter aannemen van seksuele poses”.

Het Gerechtshof en, vandaag, de Hoge Raad benaderen het echter een stuk eenvoudiger: er is een toneel, er zijn mensen die tegen betaling kijken naar wat die mensen op het toneel doen, en dus ís het ook toneel. Het Hof – dat zich in de materie heeft verdiept – vindt verder dat daaraan niet afdoet “dat de tijd die men naar de voorstelling kijkt afhankelijk is van de betaalde vergoeding, dat de bezoekers op een meer afgezonderde wijze de voorstelling volgen dan gebruikelijk is voor het bijwonen van toneelvoorstellingen en dat een vocaal aspect aan de voorstelling ontbreekt” (dat laatste is trouwens een inkoppertje, ook pantomime valt onder verlaagd tarief). De Hoge Raad onderschrijft het oordeel van het Hof. Toneel is toneel, het niveau doet er niet toe. De opluchting over die laatste overweging zal tot ver buiten de erotische sector voelbaar zijn.

De staatssecretaris heeft begin dit jaar de regels al zodanig aangepast dat nu expliciet is bepaald dat het lage BTW-tarief niet geldt voor peepshows en andere “primair op erotisch vermaak gerichte optredens”. En dan te bedenken dat de oorspronkelijke revue – nu met name genoemd als toneeluitvoering waarvoor het verlaagd tarief geldt – begon als niets anders dan dat: primair op erotisch vermaak gericht. Het criterium lijkt mij dan ook aanleiding voor prikkelende jurisprudentie die wij u dan zeker niet zullen onthouden.


Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.

O, kom er eens kijken …

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief