icon

Werknemer schadeplichtig wegens ontslagnemen tijdens proeftijd?

Het belang van een proeftijdbeding is al vaker besproken op onze weblog. Een recent arrest van de Hoge Raad laat nog maar eens zien wat de impact van zo’n beding kan zijn. En dat de gevolgen niet altijd positief zijn voor de werkgever. En tenslotte, waarom een concurrentie c.q. relatiebeding een goed idee kan zijn.

Een werknemer trad in dienst bij een adviesbureau dat hem wilde detacheren als beleidsadviseur bij haar klanten. Zij kwamen een proeftijd van twee maanden overeen.
Er werd een gesprek gepland waarin de werknemer een beoogde klant had moeten overhalen om zaken te doen met de werkgever. Tijdens dat acquisitiegesprek waarin de werknemer zich voorstelde aan de klant bleek de “klik” tussen de klant en de adviseur echter dusdanig te zijn dat de man onmiddellijk – tijdens zijn proeftijd – ontslag nam bij het bureau om in dienst te treden bij deze relatie van zijn (voormalig)werkgever. Kennelijk was er geen concurrentie- of relatiebeding van toepassing en mocht de werknemer gewoon overstappen

Het bureau was begrijpelijkerwijs “not amused” en dagvaardde de (ex-)werknemer vanwege – kort gezegd – slecht werknemerschap. Hij zou het acquisitiegesprek hebben misbruikt als verkapt sollicitatiegesprek en daarmee de werkgever schade hebben berokkend, bestaande uit gederfde winst, ten onrechte betaald loon en gemaakte selectiekosten.

De kantonrechter wees de vordering van de werkgever nog gedeeltelijk toe, maar het hof draaide die beslissing terug. Het hof oordeelde dat het de werknemer nu eenmaal vrij stond om met onmiddellijke ingang op te stappen tijdens de proeftijd. Werkgevers bedingen een proeftijd zodat zij zonder opzegtermijn onmiddellijk van een werknemer af kunnen, maar de keerzijde daarvan is dat de werknemer ook gebruik kan maken van de bevoegdheid om zonder opzegtermijn op te zeggen. De loon- en selectiekosten zijn dan “all in the deal”.

Ook was het verband tussen de gevorderde schade en het ontslag niet aangetoond. Het stond volgens het Hof, anders dan de kantonrechter had aangenomen, niet vast dat de potentiële klant de diensten van de werkgever wel zou hebben afgenomen als de werknemer niet was overgestapt. Zo had deze organisatie ondermeer verklaard dat zij nooit met externe adviseurs werkt en dat de opdracht dus hoe dan ook niet naar de werkgever was gegaan. De Hoge Raad was het met het hof eens, althans zag geen gronden voor cassatie.

Bovenstaande verdient nog wel een kanttekening. Zoals de Advocaat-generaal in zijn conclusie aangeeft gelden tijdens de proeftijd op zich wél de eisen van goed werkgever- en werknemersschap. Door zich niet als goed werknemer te gedragen zou een werknemer wel degelijk schadeplichtig kunnen handelen, in principe óók door op te zeggen. In bovenstaand geval was de vraag of de werknemer zich als goed werknemer gedroeg echter niet van belang, omdat het verband tussen de schade en de opzegging niet aannemelijk was geworden.
Had de “bedrogen” werkgever derhalve kunnen hardmaken dat de huidige werkgever zo goed als “binnen was gehaald” als klant, dan hadden de zaken voor wat betreft de gederfde winst anders kunnen liggen.


Benjamin van Leeuwen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Werknemer schadeplichtig wegens ontslagnemen tijdens proeftijd?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief