icon

Volkenrechtelijke organisaties en sociale zekerheid: goed gedekt?

Er vestigen zich steeds meer volkenrechtelijke organisaties in Nederland, zoals bijvoorbeeld Europol, Eurojust, het Internationaal Strafhof, het Europees Octrooibureau en het VN-tribunaal voor Rwanda en het Speciale Hof voor Sierra Leone. Het moge niet verbazen dat deze Internationale Organisaties een steeds groter deel van de Nederlandse arbeidsmarkt beslaan. Naast de vele expats die werkzaam zijn bij deze Organisaties, werken er ook veel Nederlandse werknemers. De rechtspositie van deze werknemers verschilt op velerlei gebieden van de “reguliere” werknemer in Nederland.

Zo zijn Nederlandse werknemers die werkzaam zijn bij een dergelijke volkenrechtelijke organisatie vrijgesteld van het betalen van (bepaalde) belastingen zoals inkomstenbelasting. Ook zijn zij uitgesloten van het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel daar bijna alle volkenrechtelijke organisaties een eigen sociaal zekerheidsstelsel kennen, waar onder andere ziektekosten, pensioen, nabestaandenregeling en arbeidsongeschiktheid gedekt worden. De werknemer betaalt hiervoor een premie aan de volkenrechtelijke organisatie zelf en is daarom vrijgesteld van de Nederlandse volks- en werknemersverzekeringen. In de meeste gevallen dekken deze eigen regelingen van de volkenrechtelijke organisaties ook de kosten van gezinsleden (partner en kinderen) van de werknemer, zodat ook zij zijn uitgesloten van het sociale zekerheidsstelsel (en vrijstelling kunnen vragen van de premie volksverzekering) tenzij zij zelf in Nederland werken of reeds een uitkering genieten op grond van de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving.

Dat houdt concreet in dat werknemers (en veelal ook hun gezinsleden) bij volkenrechtelijke organisaties geen beroep kunnen doen op een WW-uitkering (er wordt ook geen arbeidsverleden opgebouwd over de periode dat wordt gewerkt bij een volkenrechtelijke organisatie), een Ziektewetuitkering, een WIA-uitkering, of op zorg op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (waar ook verblijf in ziekenhuizen en verpleegtehuizen en vele hulpmiddelen onder vallen). Ook wordt geen AOW opgebouwd in de periode dat wordt gewerkt bij een volkenrechtelijke organisatie en kunnen kinderen van de werknemer geen beroep doen op een Wajong-uitkering. Dit kan, en zeker voor werknemers met een (zwaar) gehandicapt kind, grote gevolgen hebben. Immers, de dekking van het sociaal stelsel van de volkenrechtelijke organisatie houdt op wanneer de werknemer daar niet meer werkzaam is (ook in geval van pensioen) terwijl een beroep op een Wajong uitkering moet zijn gedaan voor het kind 17 jaar wordt. Is dit niet gedaan en houdt de werknemer op met werken bij een volkenrechtelijke organisatie dan vervalt sociale zekerheidsdekking voor het kind, hetgeen bijzonder onwenselijk is, zeker wanneer dit kind nooit in zijn eigen levensonderhoud zal kunnen voorzien.

Wel is het mogelijk voor werknemers bij deze volkenrechtelijke organisaties om zich voor een aantal specifieke Nederlandse wetten vrijwillig te verzekeren. Zo kan een dergelijke werknemer en zijn partner zich vrijwillig verzekeren voor bijvoorbeeld de AOW en de WW. Kinderen van de werknemer die jonger zijn dan 15 jaar kunnen zich (vooralsnog) niet vrijwillig verzekeren, zij bouwen pas AOW op als zij zelf in Nederland gaan werken.

Kortom, wilt u gaan werken bij een volkenrechtelijke organisatie, dan raden wij u aan zich goed te laten informeren over de gevolgen die dit voor u en uw gezin kan hebben.


Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Volkenrechtelijke organisaties en sociale zekerheid: goed gedekt?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief