Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Kartels zijn afspraken tussen ondernemingen (zoals overeenkomsten of besluiten) of onderling afgestemde gedragingen die de concurrentie op (een deel van) de markt beperken. Sinds 1 januari 1998 geldt: kartels zijn verboden, tenzij uitdrukkelijk toegestaan. Het kartelverbod richt zich niet tegen samenwerking tussen ondernemingen als zodanig, maar de samenwerking mag er niet toe leiden dat de concurrentie wordt beperkt.
Het kartelverbod betreft dus alleen afspraken die de concurrentie beperken. Concurrentiebeperkende afspraken kunnen betrekking hebben op uiteenlopende aspecten van het commerciële beleid van ondernemingen zoals: het vaststellen van prijzen, het verdelen van markten of voorzieningsbronnen, leveringscondities en beperking van de productie of de afzet.
Het kartelverbod is van toepassing op alle vormen van concurrentiebeperkende afspraken: schriftelijk én mondeling, horizontaal én verticaal. Kartelvorming kan bovendien geschieden wanneer ondernemers hun marktgedrag op elkaar afstemmen zonder uitdrukkelijke afspraken.
Horizontale afspraken zijn afspraken tussen ondernemingen die feitelijk met elkaar in concurrentie staan. Met dergelijke ‘onderonsjes’ kan de concurrentie worden verhinderd of vervalst. Concurrenten worden bondgenoten, zij strijden niet langer om de gunst van de klant maar vormen een blok om zodoende bijvoorbeeld de prijs op (een deel van) de markt te dicteren of de markt onderling te verdelen.
Verticale afspraken zijn afspraken tussen ondernemingen die niet met elkaar in concurrentie staan, bijvoorbeeld een leverancier en zijn distributeurs. Voorbeelden van deze afspraken zijn bindende verkoopprijzen en absolutegebiedsbescherming voor distributeurs. Dergelijke verticale afspraken beperken de onderlinge concurrentie tussen de distributeurs van bepaalde producten, waardoor de stimulans tot efficiëntie in de distributie kan afnemen met als gevolg dat prijzen hoger zijn dan noodzakelijk.
Dit even ter achtergrond. In een volgende bijdrage zullen wij stilstaan bij twee uitzonderingen op het kartelverbod, te weten ontheffingen en vrijstellingen. Ook zullen we een aantal nieuwe ontwikkelingen op het gebied van het kartelverbod schetsen. Wordt vervolgd dus.
Sabine Hirdes is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.