icon

Ouderschapsverlof en ontbinding (2)

In Nederland kennen wij op grond van de Wet Arbeid en Zorg ouderschapsverlof. De duur van dit ouderschapsverlof bedroeg eerst per kind 13 maal de arbeidsduur en bedraagt nu per 1 januari 2009 per kind 26 maal de arbeidsduur per week. Hoewel de wet duidelijke regels heeft gesteld met betrekking tot het opnemen van verlof, leidt dit toch met regelmaat tot problemen tussen werkgevers en werknemers, met name wanneer het een verzoek betreft om het ouderschapsverlof over een langere periode gespreid op te nemen. Zo schreven wij eerder al over een makelaarskantoor dat weigerde een vrouwelijke makelaar ouderschapsverlof te verlenen, hetgeen uiteindelijk tot gevolg had dat de arbeidsovereenkomst werd ontbonden.

Ook in een onlangs gepubliceerde zaak waarin zowel een (kort geding als een ontbindingsprocedure) plaats had, ontstonden problemen over de wijze van invulling van het ouderschapsverlof. De werkneemster had in eerste instantie voor 13 maal de arbeidsduur ouderschapsverlof aangevraagd met ingang van 23 januari 2009. Zij genoot twee dagen per week ouderschapsverlof en werkte derhalve drie dagen per week. Naar aanleiding van de wetswijziging per 1 januari 2009, waarbij de duur het ouderschapschapsverlof werd verlengd tot 26 maal de arbeidsduur, diende de werkneemster in dezelfde maand een verzoek tot verlening van het verlof in op grond van dezelfde voorwaarden. De werkgever weigerde echter het verzoek in te willigen en verzocht de werkneemster om vijf halve dagen per week te werken in plaats van 3 hele dagen.

Naar aanleiding van het conflict dat vervolgens ontstond meldde de werkneemster zich ziek en startte zij daarnaast een kort geding waarin zij bij de rechter vorderde de werkgever te veroordelen haar verzoek om twee dagen per week ouderschapsverlof te genieten te honoreren. De werkgever startte op zijn beurt een ontbindingsprocedure en verzocht de rechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden.

Het verzoek van de werkneemster werd toegewezen: de rechter oordeelde dat de werkgever binnen vijf dagen na betekening het vonnis de werkneemster diende toe te staan haar ouderschapsverlof te genieten op drie dagen per week, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,- per dag. De rechter besloot daartoe nu de werkgever niet had aangetoond dat er sprake was van zwaarwegende bedrijfsbelangen die honorering van het verzoek in de weg stonden.

Daarnaast werd, in tegenstelling tot de zaak waarover wij verleden jaar schreven, het ontbindingsverzoek van de werkgever afgewezen wegens strijd met het wettelijk verbod om de arbeidsovereenkomst op te zeggen wegens de omstandigheid dat de werknemer zijn recht op ouderschapsverlof ten geldend maakt.

Hoewel er zeker kantonrechters zijn die, ondanks het wettelijk opzegverbod, toch zullen ontbinden wegens een dermate verstoorde arbeidsrelatie tussen partijen (met toekenning van een hogere ontbindingsvergoeding aan werknemer!) leert deze uitspraak ons dat het evenzeer mogelijk is dat een ontbindingsverzoek dat verband houdt met het opnemen van ouderschapsverlof ook geweigerd kan worden.


Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Ouderschapsverlof en ontbinding (2)

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief