icon

Ander werk geweigerd: ontslag kennelijk onredelijk?

Wij schreven al eerder over de kennelijk onredelijk ontslag procedure en de omstandigheden die meewegen bij de toekenning (en hoogte) van een vergoeding daarvoor.

De Hoge Raad heeft zich onlangs weer uitgesproken over omstandigheden die dienen te worden meegewogen bij de beoordeling of een ontslag kennelijk onredelijk is.

Een Duitse vrachtwagenchauffeur was al meer dan 10 jaar in dienst bij hetzelfde Nederlandse bedrijf met een tussenpoze van drie jaar. De werkgever was echter niet tevreden over zijn functioneren, omdat hij te lang deed over bepaalde trajecten en te vaak schade veroorzaakte. De werkgever zegde de arbeidsovereenkomst per brief op, zonder toekenning van een vergoeding. Omdat de werknemer de Duitse nationaliteit had was geen ontslagvergunning nodig; Nederlands recht was verder wel van toepassing. De Duitse vrachtwagenchauffeur kon derhalve voor de Nederlandse rechter een kennelijk onredelijk ontslag procedure starten tot het verkrijgen van een (schade)vergoeding.

De chauffeur voerde onder andere aan dat het ontslag kennelijk onredelijk was omdat zijn leeftijd (61) hem beperkte in het vinden van ander passend werk en omdat de sociale voorzieningen in Duitsland anders zijn dan in Nederland. De opzegging was volgens hem te ernstig in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging.

De werkgever verdedigde zich door te stellen dat zij de chauffeur ander passend werd had aangeboden als lader/losser, waarbij hij ongeveer hetzelfde zou verdienen. De kantonrechter oordeelde in eerste aanleg dat de chauffeur het verweer van de werkgever onvoldoende had weersproken en achtte de argumenten van de chauffeur zelf onvoldoende. De chauffeur ging in hoger beroep.

Het Hof oordeelde dat het ontslag wel kennelijk onredelijk was. Gezien de leeftijd van de chauffeur waren de kansen op het vinden van ander passend werk inderdaad gering. De werkgever had geen enkele financiële voorziening getroffen, waardoor hij was aangewezen op een werkloosheidsuitkering. Het Hof stelde naar billijkheid een schadevergoeding vast van € 25.000,-. Van die uitspraak heeft de werkgever vervolgens beroep in cassatie ingesteld.

De werkgever klaagde voornamelijk dat het Hof niet was ingegaan op haar verweer dat zij de chauffeur ander passend werk had aangeboden voor de opzegging en dat de chauffeur dat werk had geweigerd. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte geen aandacht had besteed aan het verweer van de werkgever en verwees het geding naar een ander Hof voor verdere behandeling en beslissing.

In de wet staat dat opzegging door de werkgever onder andere kennelijk onredelijk kan zijn als, mede in aanmerking genomen de voor de werknemer getroffen voorzieningen en de voor hem bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden, de gevolgen van de opzegging voor de werknemer te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij opzegging.

De reden dat de Hoge Raad het Hof dus verwijt dat niet is ingegaan op het verweer van werkgever, is dat nota bene volgens de wet mede in aanmerking moet worden genomen de voor de werknemer bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden. Omdat de werkgever ander passend werk heeft aangeboden en de chauffeur dat werk heeft geweigerd, zijn de gevolgen van het kennelijk onredelijk ontslag mogelijk deels aan de werknemer zelf te wijten. Deze omstandigheid is uiteraard niet de enige factor die wordt meegewogen bij de beoordeling, maar het Hof had er niet zonder meer aan voorbij mogen gaan.


Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Ander werk geweigerd: ontslag kennelijk onredelijk?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief