icon

De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: Hoe zit dat? (III)

Vandaag in werking getreden!

Eindelijk hebben we dan echt te maken met de Wabo en de daarop gebaseerde regels. De nieuwe wetgeving moet het vergunningproces makkelijker, sneller en goedkoper maken. Hoe de wet gaat werken in de praktijk zullen we de komende jaren gaan ervaren. In de eerst komende periode zal het ongetwijfeld gaan om vraagstukken en jurisprudentie over het overgangsrecht. Overigens vindt u het overgangsrecht niet alleen in de Wabo, maar ook in de Invoeringswet Wabo en het Besluit omgevingsrecht. Dat is dus al niet heel makkelijk, maar daar zullen we het mee moeten doen.

Vandaag aandacht voor de keuze van de wetgever om oude vergunningen ‘gelijk te stellen’ met omgevingsvergunningen.

Kort gezegd is een van de hoofdlijnen dat de vergunningen en ontheffingen die zijn opgegaan in de omgevingsvergunning, zoals onder andere de milieuvergunning, bouwvergunning en sloopvergunning, en die uiterlijk gisteren (dus 30 september) onherroepelijk waren, zijn gelijkgesteld met een omgevingsvergunning. Dus een bouwvergunning wordt aangemerkt als een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. Overigens gelden voor de bouwvergunning eerste en tweede fase (vanaf vandaag is het niet meer mogelijk om een gefaseerde aanvraag te doen voor de activiteit bouwen) specifieke overgangsregels. Daarover een andere keer meer.

Beperkingen verbonden aan de onder het oude recht verleende en onherroepelijk geworden vergunningen, worden gelijkgesteld met aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften. Dit geldt niet voor de mogelijkheid die de Wet milieubeheer bood om de geldingsduur te beperken tot een bepaalde termijn. Indien aan een milieuvergunning deze beperking is verbonden, is die vanaf heden automatisch vervallen, waardoor de oude milieuvergunning voor bepaalde tijd is gelijkgesteld met een omgevingsvergunning voor onbepaalde tijd. Als het gaat om meerdere vergunningen voor één project, blijven deze gelijkgestelde vergunningen afzonderlijk naast elkaar bestaan. Er vindt dus nu geen integratie tot één omgevingsvergunning plaats, maar dat kan later wel in het kader van een zogenaamde revisievergunning.

Het oude recht blijft van toepassing op (aanvraag om) vergunningen en ontheffingen die gisteren nog niet onherroepelijk waren. Lopende voorbereidings- en rechtbeschermingsprocedures worden dus afgehandeld volgens het oude recht. Zodra een vergunning onherroepelijk is geworden wordt deze alsnog gelijkgesteld met een omgevingsvergunning.

Wat ‘gelijkstellen met’ precies betekent, is nog niet duidelijk. Betekent het dat de nieuwe regels van toepassing zijn op de oude gelijkgestelde vergunningen of moeten we er vanuit gaan dat de Wabo (in sommige gevallen) niet van toepassing is op de gelijkgestelde vergunningen? Deze vraag zal zich in ieder geval gaan voordoen in het kader van de handhaving van gelijkgestelde vergunningen. Stel dat onder het oude recht een milieuvergunning door gedeputeerde staten is verleend en een bouwvergunning door burgemeester en wethouders. Deze vergunningen zijn onherroepelijk geworden en daardoor gelijkgesteld aan (twee losse) omgevingsvergunningen. Als nu in strijd met de bouwvergunning wordt gebouwd, dan zouden onder het oude recht burgemeester en wethouders bevoegd zijn, terwijl in de systematiek van de Wabo gedeputeerde staten bevoegd zouden zijn. Echter, de activiteiten zijn niet in één omgevingsvergunning vervat zoals dat het geval zou zijn wanneer de vergunning onder de Wabo was verleend. Met andere woorden: de situatie voor gelijkgestelde vergunningen is in die zin anders dan wanneer een omgevingsvergunning zou zijn verleend. De redenering zou kunnen zijn dat omdat de oude vergunning alleen gelijkgesteld is met een losse omgevingsvergunning, burgemeester en wethouders toch het bevoegd gezag blijven. Aan de andere kant betekent dit wel dat de oude handhavingsregels in ieder geval voor wat betreft de bevoegdheidskwestie nog lang van toepassing zullen blijven. Er zijn geen specifieke overgangsregels voor de vraag wie in een situatie als deze bevoegd is om handhavend op te treden. Over deze vraag, en ongetwijfeld vele andere, zal de rechter duidelijkheid moeten gaan geven.


Cathine Knijff is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied omgevingsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: Hoe zit dat? (III)

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief