icon

Identiteit niet kenbaar: beroep niet ontvankelijk

Op grond van artikel 6:5 Awb moet een bezwaar- of beroepsschrift de naam en het adres van de indiener bevatten. Uit een onlangs gepubliceerde uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State blijkt dat een omissie in deze fataal kan zijn.

De Afdeling bevestigt hiermee haar eerdere jurisprudentie. Het verzuim om de identiteit van de indiener van het bezwaar of beroep te vermelden, kan niet worden beschouwd als een vormverzuim dat op grond van artikel 6:6 Awb kan worden hersteld.

Dat betekent dat, als de identiteit van de persoon niet bekend wordt tijdens de beroepstermijn, het beroep niet-ontvankelijk zal worden verklaard. De Afdeling overweegt hierbij dat artikel 6:5 en 6:6 Awb er niet toe strekken het mogelijk te maken beroep in te stellen namens nog onbekende personen. Daardoor zou de beroepstermijn voor die personen immers kunnen worden verlengd, zonder dat sprake is van verschoningsgronden in de zin van artikel 6:11 Awb.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Identiteit niet kenbaar: beroep niet ontvankelijk

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief