Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
Eerder schreven wij over het aankomende faillissement van de DSB Bank. Op 19 oktober 2009 is de DSB bank na een korte periode van surseance in staat van faillissement verklaard.
Een hoop mensen hielden deposito’s aan bij de DSB. Deze mensen konden bij De Nederlandsche Bank (DNB) op grond van het depositogarantiestelsel hun vordering indienen tot een maximum van € 100.000. DNB had namelijk besloten tot het in werking stellen van het depositogarantiestelsel op grond van artikel 3:260 en volgende van de Wet op het financieel toezicht (Wft).
Inmiddels is er door diverse mensen geprocedeerd over hun beroep op dit depositogarantiestelsel. Eisers in één zo'n zaak waren twee echtgenoten die twee rekeningen aanhielden bij DSB. Zij zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. Echtgenoot A hield een eigen rekening aan; samen hielden zij een en/of-rekening aan. Op beide rekeningen stond nagenoeg € 100.000 en zij vorderden dan ook van DNB een bedrag van € 200.000. Zij legden hieraan ten grondslag artikel 19 van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft (Bbpm). Op grond van sub a van die bepaling hebben personen die op eigen naam deposito’s aanhouden, recht op voldoening van hun vordering. Op grond van sub b hebben personen die tezamen met een persoon als bedoeld in sub a op eigen naam al dan niet voor eigen rekening een deposito aanhielden, recht op voldoening van hun vordering.
DNB had besloten dat aan beide echtelieden tezamen € 150.000 kon worden uitgekeerd. Het maximale bedrag van € 100.000 voor echtgenoot A en 50% van de vordering uit hoofde van het en/of-deposito. Hierbij redeneerde DNB dat echtgenoot A reeds uit hoofde van het andere deposito al het maximumbedrag is gehonoreerd en dat echtgenoot B naar evenredigheid recht heeft op de helft van het bedrag.
Een en/of-rekening wordt veelal gebruikt met het oog op het creëren van een soepele regeling betreffende de beschikking over de rekening door beide echtelieden. Het zegt echter niets over het toepasselijke huwelijksgoederenregime. De en/of-rekening is derhalve geen uitdrukking van een gemeenschap van goederen. Als dat wel het geval was geweest, dan zou het echtpaar slechts € 100.000 hebben ontvangen, aangezien de gemeenschap daarmee het plafond al zou hebben bereikt.
Door deze constructie van twee rekeningen waarop de deposito’s van beide echtgenoten zijn geadministreerd, één op naam van echtgenoot A, één op naam van beide echtelieden, wordt eigenlijk al het plafond van € 100.000 doorbroken en lijkt dit al een uitbreiding van de dekking onder het depositogarantiestelsel. DNB heeft alsnog bij het en/of-deposito naar evenredigheid verdeeld en dit lijkt dus nog zelfs een zeer coulant besluit te zijn geweest. De rechtbank heeft DNB hierin gelijk gegeven, maar had zelfs nadeliger kunnen beslissen voor eisers.
Rosemarie Franken is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.