icon

Akkoord kostenbeheersing zorg; kans of risico?

Financiële rust in de sector en daardoor meer aandacht voor dynamiek en kwaliteitsver-betering in de ziekenhuiszorg. Het klinkt welhaast ideaal. Als het aan minister Schippers ligt, wordt er in 2015 met die conclusie teruggekeken op het akkoord over een beheerste kostenontwikkeling in de ziekenhuiszorg.

De zorgaanbieders – vertegenwoordigd in de NVZ, de NFU en de ZKN -, de zorgverzekeraars – vertegenwoordigd in ZN – alsmede de minister hebben het akkoord afgelopen maandag 4 juli ondertekend, en daarmee het startsein gegeven voor een periode waarin (nog) meer aandacht komt voor spreiding en specialisatie van ziekenhuisfuncties.

Hiermee wordt de bestaande trend van samenwerking en specialisatie voortgezet, en kan het akkoord wellicht als impuls dienen. Partijen hebben immers verklaard zich in te spannen voor realisering van een trendbreuk in de huidige uitgavengroei, onder andere door herinrichting van het zorglandschap. Dat betekent dat er knopen moeten worden doorgehakt. Wie gaat zich op welke zorgfuncties specialiseren, is er sprake van voldoende spreiding, en welke gevolgen heeft dit voor de bestaande capaciteit? Dat er overbodig geworden ziekenhuiscapaciteit zal moeten worden afgebouwd, wordt als onvermijdelijk gezien. Daarom is afgesproken dat zorgverzekeraars een herstructureringsfonds zullen gaan oprichten. Het akkoord biedt hiermee kansen voor verdergaande samenwerking, specialisatie en profilering van ziekenhuizen, en daarmee verbetering van de kwaliteit, doelmatigheid en innovatiemogelijkheden binnen de zorg.

De financiële rust zou ontstaan doordat het huidige stelsel van generieke kortingen wordt verlaten, en een oplossing voor eventuele overschrijdingen – mochten die er ondanks alle inspanningen toch komen – zoveel mogelijk wordt gezocht in een gedifferentieerde korting van zorgaanbieders in relatie tot de oorzaak van de overschrijding. Van de overschrijdingen tot en met 2011, neemt de minister (alsnog) delen voor haar rekening in plaats van volledige verrekening.
Het is aan de andere kant afwachten hoe de nieuwe prestatiebekostiging op basis van de DOT systematiek in de praktijk gaat uitwerken; blijft de financiële rust bewaakt?

Specialisatie betekent ook pijnlijke keuzes: van welk specialisme, en dus van welke specialisten, gaan we afscheid nemen? En voor welke zorg moeten onze patiënten straks verder reizen?

Tot slot – en daar is in verschillende reacties al op gewezen – komt bij samenwerking, specialisatie en concentratie van zorg de NMa in beeld. Hetzelfde geldt voor afspraken over de afbouw van capaciteit. Het bleek al uit een enquête van NOS Nieuws, veel ziekenhuizen beschouwen de regels van de Mededingingswet en de opstelling van de NMa als belemmering. De minister heeft bij de ondertekening van het akkoord aangegeven dat ze in overleg zal treden met de NMa, teneinde verduidelijking van de mededingingswetgeving te realiseren. De vraag is of verduidelijking in alle situaties voldoende ruimte biedt.

In onze advisering over samenwerkingsvormen neemt het mededingingsrecht altijd een centrale plaats in. Het belang om dat aspect in een vroegtijdig stadium van onderhandelingen te betrekken, neemt met de hiervoor beschreven ontwikkelingen alleen maar toe.


Femke van Ooijen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied zorg.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Akkoord kostenbeheersing zorg; kans of risico?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief