icon

Goede trouw bij koop van een tweedehands auto

Voor de overdracht van een goed (zoals een auto) heeft de wetgever bepaald dat aan drie vereisten moet zijn voldaan, wil de overdracht rechtsgeldig hebben plaatsgevonden. Volgens artikel 3:84 van het Burgerlijk Wetboek moet degene die wil overdragen beschikkingsbevoegd zijn over het goed, er moet een titel (een grond, een reden) zijn om over te dragen (zoals bijvoorbeeld een koop) en het goed moet geleverd worden. Als aan die drie vereisten is voldaan, is er een rechtsgeldige overdracht.

Het komt voor dat een goed wordt geleverd ondanks dat bijvoorbeeld de verkoper niet beschikkingsbevoegd is. De koper kan hiertegen worden beschermd indien de overdracht anders dan om niet geschiedt (dus het niet om een gift gaat) en de koper te goeder trouw is.

Onlangs heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan waarin niet is gebleken van deze goede trouw. De casus was als volgt.

DFM financierde auto's aan Van Strien, een erkende merkdealer, die deze auto's leverde voor proefritten en demonstraties. Van Strien betaalde de koopprijs in termijnen terug aan DFM. Ter zekerheid van deze betalingen heeft DFM een pandrecht verkregen op de auto's. Pas als Van Strien haar betalingsverplichting volledig was nagekomen, verviel het pandrecht op de auto's. Het was Van Strien niet toegestaan de auto's te verkopen (overdragen conform art. 3:84 BW) zolang er nog een pandrecht op rustte.

Van Strien beschikte over het kentekenbewijs IA (voertuigbewijs) en IB (tenaamstellingsbewijs). Bij het RDW stond de auto ook op naam van Van Strien geregistreerd. DFM was nog in bezit van kentekenbewijs II (overschrijvingsbewijs).

In strijd met wat was afgesproken, verkocht Van Strien toch een auto aan Mobiel Lease. Het overschrijvingsbewijs (deel II) werd bij deze overdracht dus niet aan Mobiel Lease verstrekt.

Van Strien ging failliet en DFM wilde zich op het pandrecht beroepen. In de procedure vorderde DFM afgifte van de auto, stellende dat Mobiel Lease niet te goeder trouw zou zijn geweest.

De Hoge Raad oordeelde dat Mobiel Lease inderdaad niet te goeder trouw was geweest bij de overdracht van de auto. Hij overwoog daartoe als volgt. Voor een geslaagd beroep op goede trouw is vereist dat degene die een tweedehands auto verkrijgt, de autopapieren heeft onderzocht, waaronder kentekenbewijs deel II. De tenaamstelling van het kenteken van de auto kan immers uitsluitend worden overgeschreven met dit bewijs, dat speciaal daartoe door de wetgever in het leven is geroepen, zulks teneinde de niet rechtmatige vervreemding van motorvoertuigen tegen te gaan. De tenaamstelling van kentekenbewijs deel IB en de registratie bij de RDW betekenen niet zonder meer dat sprake is van eigendom of onbezwaarde eigendom. De door het hof in aanmerking genomen omstandigheden (namelijk dat Mobiel Lease niet hoefde te twijfelen aan de beschikkingsbevoegdheid van Van Strien, omdat de tenaamstelling bevestigde dat Van Strien eigenaar was, terwijl bij transacties als deze doorgaans het kentekenbewijs pas na aflevering aan de koper wordt toegestuurd) brengen dan ook geen verandering in het bestaan van genoemde onderzoeksplicht van Mobiel Lease. Mobiel Lease had niet mogen aannemen dat Van Strien beschikkingsbevoegd was.

Een beroep op de goede trouw wordt dus niet zomaar aangenomen. U heeft als koper vaak een onderzoeksplicht.


Rosemarie Franken is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied contracten.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Goede trouw bij koop van een tweedehands auto

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief