icon

De strijd in de fietsenhandel: Batavus en Vriend's

Wij schreven al eerder over de opzegging van een distributieovereenkomst. Op 16 september 2011 wees de Hoge Raad een arrest, breed gemotiveerd, over de problematiek van beëindiging van een distributieovereenkomst tussen Batavus en internethandelaar Vriend's. Andere fietsenhandelaren hadden Batavus min of meer gedwongen de distributieovereenkomst met Vriend's te beëindigen. In de periode van 1990 tot en met 2001 bestond tussen Vriend's en Batavus een handelsrelatie. Vriend's verkocht de fietsen via internet tegen aanzienlijk lagere prijzen dan andere handelaren in Batavus-fietsen. Batavus zegde de handelsrelatie met Vriend's zonder opgave van redenen op. De internethandelaar was het daar niet mee eens niet en begon een rechtszaak, of eigenlijk meerdere rechtszaken.

In de bodemprocedure in eerste en tweede aanleg verklaarden rechtbank en hof voor recht dat (nadat het oordeel was gegeven dat sprake was van een duurovereenkomst) de duurovereenkomst niet rechtsgeldig was geëindigd. De opzegging was nietig nu sprake was van een door art. 6 lid 1 Mededingingswet verboden onderling afgestemde feitelijke gedraging, aldus het hof. De achterliggende reden voor opzegging was de vrees andere dealers te verliezen, nu deze overduidelijk hun ongenoegen hadden geuit over de door Vriend gehanteerde marges. Ook de Hoge Raad overwoog dat Batavus onder druk van genoemde fietsenhandelaren de relatie met Vriend's had beëindigd met als doel een einde te maken aan de prijsconcurrentie die de fietsenhandelaren ondervonden van Vriend's. Dit mag in principe niet.

Hoewel hof en Hoge Raad het dus op hoofdlijnen eens waren, was de procedure nog niet geëindigd. De Hoge Raad zag in één oordeel van het Hof Leeuwarden reden om diens arrest te vernietigen.

Het hof had geoordeeld dat het niet noodzakelijk was te onderzoeken of de opzegging de mededinging op de markt merkbaar beperkte. Volgens Batavus was dit oordeel onjuist. Hierin volgde de Hoge Raad Batavus. Hoewel het hier ging om een zogeheten doelbeperking, in dit geval een afspraak/gedraging die tot gevolg heeft dat een afnemer wordt beperkt in de mogelijkheden de verkoopprijs vast te stellen, had het Hof Leeuwarden niet zonder enig kenbaar nader onderzoek kunnen oordelen dat een concurrentiebeperking altijd reeds als merkbaar dient te worden gekwalificeerd wanneer sprake is van een doelbeperking. Op dit punt vernietigde de Hoge Raad het arrest van het Hof Leeuwarden en verwees de zaak voor verdere behandeling naar het Hof Arnhem.

En nu? Afwachten. Al lijkt mij niet dat het Hof Arnhem tot een wezenlijk ander oordeel zal komen. Wordt vervolgd, na de uitspraak.


Sabine Hirdes is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
De strijd in de fietsenhandel: Batavus en Vriend's

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief