Praktijkgebieden: Bestuursrecht
De leer van de formele rechtskracht houdt in dat de civiele rechter van de rechtmatigheid van onherroepelijke besluiten van bestuursorganen dient uit te gaan. Behoudens uitzondering in zeer klemmende gevallen wordt aan de formele rechtskracht strikt te hand gehouden, ook dus in gevallen waarin evident is dat het betrokken besluit van het bestuursorgaan niet deugt. De formele rechtskracht strekt zich tevens uit tot feitelijke handelingen van het bestuurorgaan ter voorbereiding van het betrokken besluit. Ook deze voorbereidingshandelingen worden “gedekt” door het onherroepelijke besluit, waarop zij betrekking hadden, en worden aldus voor rechtmatig gehouden. Zo is het verschaffen van onjuiste informatie door een bestuursorgaan in het kader van een vergunningprocedure, waardoor de aanvrager schadeheeft geleden, voor rechtmatig gehouden (HR 9 september 2005, LJN: AT7774, NJ 2006/93, Gemeente Valkenswaard).
De Luchtverkeersleiding Nederland (LVLN) heeft op deze leer een beroep gedaan in één van de beruchte Chipshol-procedures. De Hoge Raad heeft in het arrest van 25 mei 2012 (LJN: BU9920) bevestigd dat het Gerechtshof Amsterdam dit beroep terecht heeft verworpen.
Chipshol had gesteld dat LVLN onrechtmatig had gehandeld door het geven van onjuiste adviezen, welke onjuiste adviezen hadden geleid tot besluiten tengevolge waarvan het Chipshol onmogelijk werd haar bouwinitiatieven te realiseren. Deze besluiten waren inmiddels onherroepelijk, zodat LVLN zich verweerde met de stelling dat haar adviezen, ook indien zij onjuist moesten worden geacht, “gedekt” werden door deze besluiten en van de rechtmatigheid ervan diende te worden uitgegaan.
De Hoge Raad onderschrijft de overweging van het Gerechtshof in dit verband doorslaggevende betekenis te hechten aan de omstandigheid dat LVNL geen deel uitmaakte van de organisatie van de desbetreffende bestuursorganen die de betrokken besluiten hebben genomen, maar een eigen, ten opzichte van die bestuursorganen zelfstandige en onafhankelijke, positie innam als bij uitstek deskundige adviseur op het gebied van de luchtverkeersbeveiliging. De tweede doorslaggevende omstandigheid was dat LVNL in die hoedanigheid, en dus niet namens of ten behoeve van het desbetreffende bestuursorgaan, optrad in het directe overleg met Chipshol bij de voorbereiding en toetsing van haar plannen met betrekking tot de bebouwing van het terrein.
Daarmee onderscheidde dit geval zich volgens de Hoge Raad zich wezenlijk van het hiervoor genoemde geval Gemeente Valkenswaard, waarin het bestuursorgaan met het oog op een door dat orgaan te nemen besluit – later onjuist gebleken – inlichtingen verstrekt die zozeer samenhangen met het beoogde besluit, dat zij ten opzichte daarvan een onzelfstandig karakter dragen, en daardoor, hoezeer ook onjuist, in beginsel worden “gedekt” door de formele rechtskracht van dat besluit. De Hoge Raad volgde hiermee niet de andersluidende conclusie van advocaat-generaal Keus.
De formele rechtskracht gaat over de taakverdeling van tussen de civiele rechter en de bestuursrechter. Hoe meer handelingen worden geacht te zijn “gedekt” door bestuursbesluiten des beperkter is de ruimte voor de civiele rechter het feitelijk handelen van de overheid te beoordelen. De president van de Hoge Raad Geert Corstens heeft in het jaarverslag van de Hoge Raad (p.6) zijn zorg uitgesproken dat de klassieke taak van de rechter om de burger tegen de overheid te beschermen in het gedrang komt. Met dit arrest lijkt (onbedoeld?) een klein stukje terrein te zijn teruggewonnen.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.