icon

Nieuwe Wet Normering Vergoeding Buitengerechtelijke Kosten

Gerechtelijke procedures kosten geld. Het is in de rechtspraktijk gebruikelijk om die kosten onder te verdelen in buitengerechtelijke kosten en proceskosten.

Proceskosten zijn de kosten die direct verband houden met het procederen, zoals het griffierecht en de kosten voor het opstellen van de processtukken. Hoofdregel is dat de verliezende partij wordt veroordeeld om deze kosten aan de winnende partij te vergoeden, zij het dat vrijwel nooit de werkelijk gemaakte kosten worden vergoed maar slechts een vast tarief dat vrijwel altijd lager uitvalt.

Buitengerechtelijke kosten zijn de kosten die de eisende partij heeft gemaakt om buiten de rechter om zijn vordering voldaan te krijgen. Als deze kosten uitsluitend zijn gemaakt in de directe aanloop naar de procedure, krijgt de eisende partij die niet vergoed omdat die kosten dan geacht worden te zijn inbegrepen in de proceskostenveroordeling.

Maar als er andere buitengerechtelijke kosten zijn gemaakt, dan komen die vaak wel voor vergoeding in aanmerking. Het gaat dan meestal om kosten van het versturen van meer dan één sommatiebrief of schikkingsonderhandelingen. Ook deze buitengerechtelijke kosten komen niet voor volledige vergoeding in aanmerking. Het vaste tarief dat hiervoor wordt toegepast, is opgenomen in het zogenaamde Rapport Voor Werk II.

Dit Rapport Voor Werk II zal op 1 juli 2012 worden vervangen door een wet. Wij zetten de belangrijkste punten uit deze nieuwe Wet Normering Vergoeding Buitengerechtelijke Kosten op een rijtje:

– De wet geldt voor verbintenissen tot betaling van een geldsom die zijn gebaseerd op een overeenkomst.

– Buitengerechtelijke kosten die hebben te gelden als voorbereiding van het geding, komen voortaan volledig voor vergoeding in aanmerking. Alleen als partijen afspraken hebben gemaakt die afwijken van de wettelijke normen, kan de rechter de kosten matigen of bepalen dat zij in het geheel niet worden vergoed omdat zij naar zijn oordeel in de proceskosten zijn inbegrepen.

– De nieuwe wet is alleen dwingend recht ten aanzien van consumenten. Tegenover niet-consumenten kan er dus bij overeenkomst van worden afgeweken.

– Ten aanzien van consumenten moet eerst worden gesommeerd om binnen twee weken alsnog te betalen. Pas daarna zijn de buitengerechtelijke kosten verschuldigd.

– De vergoeding voor buitengerechtelijke kosten is een percentage van de verschuldigde geldsom, met een minimum van € 40: * 15% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de eerste € 2500 van de vordering;
* 10% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de volgende € 2500 van de vordering;
* 5% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de volgende € 5000 van de vordering;
* 1% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de volgende € 190.000 van de vordering;
* 0,5% over het meerdere van de hoofdsom met een maximum van € 6775. – De vergoeding is alleen verschuldigd vanaf het moment dat de schuldenaar in verzuim is.

– De wet geldt alleen voor verbintenissen tot betaling van een geldsom, ten aanzien waarvan de schuldenaar na 1 juli 2012 in verzuim geraakt.


Peter Bos is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied incasso.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Nieuwe Wet Normering Vergoeding Buitengerechtelijke Kosten

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief