icon

Geschillen over bevoegdhedenovereenkomst: civiele rechter of bestuursrechter?

Voor zover een overeenkomst een verplichting voor een bestuursorgaan meebrengt om bepaalde publiekrechtelijke bevoegdheden op een bepaalde wijze uit te oefenen, heeft de overeenkomst het karakter van een bevoegdhedenovereenkomst. Vaak heeft zo'n overeenkomst een gemengd karakter. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een koopovereenkomst tussen een projectontwikkelaar en de gemeente voor de aankoop van grond, waarin niet alleen de aankoop is geregeld maar ook dat de gemeente zich zal inspannen een bestemmingsplan vast te stellen om een gewenst project mogelijk te maken.

Als de wederpartij van de publiekrechtelijke rechtspersoon nakoming van een uit een dergelijke overeenkomst voortvloeiende publiekrechtelijke verplichting wil vorderen, moet zij naar de bestuursrechter. De gedachte hierachter is dat voor het uitoefenen van de publiekrechtelijke bevoegdheid een bestuursrechtelijke, met waarborgen omklede rechtsgang geldt, en hierbij uiteenlopende belangen een rol kunnen spelen. In bovengenoemd voorbeeld: het zou uiteraard merkwaardig zijn als een projectontwikkelaar de gemeente in een civielrechtelijke procedure zou kunnen dwingen een bepaald bestemmingsplan vast te stellen. Andere mogelijke belanghebbenden zouden dan buiten spel kunnen komen te staan.

Geldt dit dan ook voor een vordering tot schadevergoeding wegens wanprestatie, of een verklaring voor recht dat de publiekrechtelijke rechtspersoon tekortschiet in de nakoming van de bevoegdhedenovereenkomst?

Nee. Voor schadevergoeding wegens wanprestatie of een dergelijke verklaring voor recht is de burgerlijke rechter nog altijd bevoegd, zoals onder meer blijkt uit HR 8 juli 2011, LJN BP3057. De wederpartij kan weliswaar bij de bestuursrechter vernietiging van een naar aanleiding van de overeenkomst genomen besluit vragen wegens strijd met die overeenkomst en daarbij tevens schadevergoeding vorderen (art. 8:73 Awb), maar deze mogelijkheid brengt niet mee dat de burgerlijke rechter niet langer bevoegd zou zijn. De vernietiging door de bestuursrechter verplicht alleen tot vergoeding van de schade die door de wederpartij door het vernietigde besluit is geleden, niet tot de schade die zij door de gestelde wanprestatie lijdt. Bovendien is de gang naar de bestuursrechter voor de wederpartij die schadevergoeding wegens wanprestatie wenst weinig zinvol in die gevallen waarin de bestuursrechter niet toekomt aan een oordeel over eventuele strijd met de overeenkomst.

Daarom kan de wederpartij die schadevergoeding wenst wegens de niet-nakoming van een bevoegdhedenovereenkomst – en/of hiermee samenhangend een verklaring voor recht vordert dat de sprake is van een toerekenbare tekortkoming – zich altijd onmiddellijk tot de burgerlijke rechter wenden.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Geschillen over bevoegdhedenovereenkomst: civiele rechter of bestuursrechter?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief