icon

De Hoge Raad zal beslissen: kan Rabobank restschulden incasseren op basis van haar hypotheekaktes?

Het is inmiddels algemeen bekend. De huizenmarkt is niet al te best. In toenemende gevallen verkopen huizenbezitter hun huis onder de hypotheekwaarde en resteert een restschuld aan de hypotheekverstrekker, vaak een bank.

In een kort geding waarin op 3 augustus 2012 vonnis is gewezen speelde de vraag of Rabobank op basis van een notariële hypotheekakte na uitwinning van het hypotheekrecht overgebleven restvorderingen kan executeren. Het kort geding was begonnen door een deurwaarderskantoor dat in een specifiek geval executie weigerde voor een restantvordering op basis van een hypotheekakte.

Rabobank heeft aan vele partijen in onderhandse akten geldleningen verstrekt en tot zekerheid van nakoming van de verplichtingen in notariële hypotheekaktes een hypotheekrecht gevestigd. In de hypotheekakten wordt de geldlening als volgt omschreven: (…) te vorderen heeft of mocht hebben, uit hoofde van verstrekte en/of alsnog te verstrekken geldleningen (…)

De grosse van een notariële hypotheekakte levert een zogeheten executoriale titel op, op basis waarvan Rabobank haar vordering kan incasseren. Voor een onderhandse akte geldt dit niet.

Het geschil betreft in de kern genomen de vraag of de grosse van de tussen partijen opgemaakte notariële hypotheekakte tevens een executoriale titel oplevert in de zin van artikel 430 Rv voor de na uitwinning van het hypotheekrecht overgebleven restantvorderingen uit hoofde van de overeenkomsten van geldlening die ten tijde van de hypotheekvestiging reeds bestonden. Partijen debatteren in dit verband onder meer over de uitleg van het arrest Rabobank/Visser en de in de lagere rechtspraak gegeven antwoorden op deze vraag. Daarbij speelt in het bijzonder de vraag of met de redactie van de onderhavige hypotheekakte in combinatie met het daaraan voorafgaand aangaan van de onderhandse overeenkomst van geldlening, is voldaan aan de in het arrest Rabobank/Visser geformuleerde eis dat die akte betrekking heeft op vorderingen die hun onmiddellijke grondslag vinden in een ten tijde van het verlijden reeds bestaande en in de akte omschreven rechtsverhouding.

Als het antwoord op die vraag bevestigend luidt, kan Rabobank restantvorderingen op basis van de hypotheekakte innen. In het ontkennende geval dient Rabobank voor elke restschuld een aparte procedure voor de rechter te voeren om een vonnis (=executoriale titel) te verkrijgen.

Aangezien het belang voor zowel Rabobank als de deurwaarders groot is heeft de voorzieningenrechter geoordeeld de vraag aan de Hoge Raad voor te leggen. Deurwaarders weten immers niet of zij de hun gegeven opdracht mogen uitvoeren; voor Rabobank geldt dat indien executie niet mogelijk zou zijn, Rabobank veel tijd en kosten moet spenderen door voor elke restschuld een aparte procedure bij de rechter te voeren. Wij houden u op de hoogte van de uitkomst.


Sabine Hirdes is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied financiering en Zekerheden.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
De Hoge Raad zal beslissen: kan Rabobank restschulden incasseren op basis van haar hypotheekaktes?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief