Praktijkgebieden: BTW tarief naar 21%
Vanaf 1 oktober 2012 wordt het BTW tarief verhoogd van 19% naar 21%. Bedrijven die onder het volle tarief vallen kunnen zich daar nu al op voorbereiden.
Het nieuwe percentage geldt voor prestaties geleverd of verleend (het kan zowel om een dienst of een goed gaan) op of na 1 oktober 2012. Indien een bedrijf nu al een factuur heeft verstuurd voor een prestatie die pas op of na 1 oktober wordt geleverd, dan dient er alsnog een nieuwe factuur voor die extra 2% te worden verstuurd. Het is daarom aan te raden om nu alvast rekeningen te versturen met het nieuwe tarief, indien de prestatie na 30 september staat gepland.
Sommige prestaties worden niet specifiek geleverd op één tijdstip, maar doorlopend, zoals bijvoorbeeld het leveren van gas, water en licht. Voor dat soort prestaties geldt dat als de afrekening voor de doorlopende prestatie betrekking heeft op een periode die eindigt na 30 september 2012 dat de afrekenperiode moet worden gesplitst. Voor het deel van de prestatie dat plaatsvindt vóór 1 oktober 2012 geldt het oude tarief van 19%. Voor het deel van de prestatie dat plaatsvindt ná 30 september 2012 geldt het nieuwe tarief van 21%.
De overheid stelt los van deze verhoging eisen aan wat er op de factuur moet staan en wanneer het document moet worden verstuurd. De ondernemer die de levering of de dienst verricht moet altijd zijn naam, adres, woonplaats en btw-identificatienummer op de factuur vermelden. Dit identificatienummer wordt gebruikt bij transacties binnen de Europese Unie (EU). Als ondernemingen uit verschillende EU landen goederen leveren of diensten verrichten, moet de leverancier ook het btw-identificatienummer van de afnemer op de factuur vermelden. Op die manier is het duidelijk met wie de ondernemer heeft gehandeld.
Deze BTW verhoging vloeit voort uit de Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013, waarin de fiscale maatregelen uit het akkoord, in mei gesloten tussen VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie, zijn geregeld.
De BTW verhoging wordt vanaf 2013 gecompenseerd door de inkomstenbelasting te verlagen. De overdrachtsbelasting blijft structureel op 2%. De btw op podiumkunsten wordt verlaagd van 19 naar 6%. In het fiscale crisispakket is verder onder andere een aanpassing in de aftrek van deelnemingsrente opgenomen, net als een vergroeningspakket en een wijziging van de accijnzen voor alcohol en tabak.Het is natuurlijk maar de vraag wat het nieuwe kabinet met dit crisispakket zal doen.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.