icon

Spoedeisende bestuursdwang gerechtvaardigd bij hennepkwekerij

In een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van state d.d. 19 december staat de vraag centraal of het bestuursorgaan terecht was overgegaan tot het toepassen van spoedeisende bestuursdwang. In casu ging het erom dat de gemeente had geconstateerd dat sprake was van een hennepkwekerij in een woning. De gemeente ging over tot ontmanteling van de kwekerij en bracht de kosten die daarmee gepaard gingen in rekening bij de huurder van de woning.

Op grond van artikel 5:31 lid 1 Awb kan een bestuursorgaan dat bevoegd is om een last onder bestuursdwang op te leggen, in spoedeisende gevallen besluiten dat bestuursdwang zal worden toegepast zonder voorafgaande last. Ingevolge artikel 5:25 lid 1 Awb is de overtreder de kosten verbonden aan de toepassing van bestuursdwang verschuldigd, tenzij de kosten redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoren te komen.

De huurder, appellant in deze procedure, stelt zich op het standpunt dat de gemeente niet bevoegd was door middel van spoedeisende bestuursdwang handhavend op te treden. Hiertoe voert de huurder aan dat geen sprake was van een zodanig gevaarlijke en onveilige situatie dat het toepassen van spoedeisende bestuursdwang gerechtvaardigd was. Volgens de huurder heeft de gemeente hem ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld om de overtreding zelf te beëindigen nu hij (naar eigen zeggen) zelf deskundig was op het gebied van elektriciteitsinstallaties.

Het verweer vindt geen gehoor bij de Afdeling. Volgens de Afdeling heeft de rechtbank terecht overwogen dat de gemeente bevoegd was door middel van spoedeisende bestuursdwang handhavend op te treden tegen de hennepkwekerij in de woning. De Afdeling overweegt daartoe dat uit bevindingen van de toezichthouder en uit foto's uit het dossier blijkt dat de wijze waarop de kwekerij is opgezet een ernstig gevaar oplevert voor brand en elektrische schokken. Dat niet op illegale wijze in stroom werd voorzien, zoals de huurder stelt, doet aan deze constateringen niet af. De deskundigheid van de huurder kan evenmin afdoen aan de bevoegdheid van de gemeente op spoedeisende bestuursdwang uit te oefenen.

Interessant is vervolgens de overweging van de Afdeling dat uit de omstandigheid dat de kantonrechter in de zaak met betrekking tot het verzoek van de verhuurder van de woning om ontbinding van de huurovereenkomst heeft geoordeeld dat niet voldoende is gebleken van reële gevaarzetting, niet volgt dat de gemeente niet bevoegd was om tot spoedeisende bestuursdwang over te gaan.

Bij eerste indruk lijkt het oordeel van de Afdeling tegenstrijdig met die van de kantonrechter, maar volgens de Afdeling ziet het oordeel van de kantonrechter enkel op de vraag of de tekortkoming van de huurder ernstig genoeg is om tot ontbinding van de huurovereenkomst over te gaan en niet op de vraag of het dagelijks bestuur spoedeisende bestuursdwang toe heeft kunnen passen. Zodoende staat het oordeel van de kantonrechter niet in de weg aan de bevoegdheid tot het toepassen van spoedeisende bestuursdwang.


Yordy Soffner is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied omgevingsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Spoedeisende bestuursdwang gerechtvaardigd bij hennepkwekerij

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief