icon

Peildatum bij planschade

Als een wijziging van het planologisch regime leidt tot schade in de vorm van vermindering van waarde of inkomensderving kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag een tegemoetkoming toewijzen op grond van art. 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Voor inkomensderving geldt krachtens vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State dat gemist voordeel niet voor tegemoetkoming in aanmerking komt als op de peildatum nog geen aanvang is gemaakt met de exploitatie van de bedrijfsactiviteiten (zie bijvoorbeeld deze uitspraak van 15 februari 2006).

Er zijn echter uitzonderingen denkbaar, zo blijkt uit een uitspraak van de Afdeling van 23 oktober jl. De gestelde schade is ontstaan doordat met toepassing van de vrijstellingsprocedure begin 2008 een urilift (een in de grond verzinkbaar openbaar urinoir) op 10 meter afstand van het pand van appellante mogelijk werd gemaakt. Voor dit deel van de openbare weg had appellante een terrasvergunning. Op 19 november 2007 is het vrijstellingsbesluit bekendgemaakt, dit is de peildatum voor de vaststelling van inkomensderving. Een half jaar later, op 30 april 2008, werd in het pand een bed and breakfast door appellante geopend. Op peildatum was dus nog geen aanvang gemaakt met de exploitatie van de bedrijfsactiviteiten.

De Afdeling oordeelt echter dat de omstandigheden rechtvaardigen: “dat in dit geval inkomensderving voor tegemoetkoming in aanmerking kan komen op de voet van artikel 6.1 van de Wro, voor zover deze is ontstaan na de aanvang van de exploitatie op 30 april 2008 en er een oorzakelijk verband bestaat tussen het vrijstellingsbesluit en de gestelde inkomensderving.”

De omstandigheden die de Afdeling van belang vindt zijn dat in dit geval op de peildatum al onomkeerbare investeringen gedaan zijn door appellante en de exploitatie door het vrijstellingsbesluit niet onmogelijk werd gemaakt. Bovendien kon op de peildatum als vaststaand worden aangenomen dat appellante de bed and breakfast zou gaan exploiteren. Het pand was om deze reden in maart 2007 aangekocht en het college had op 14 augustus 2007 vrijstelling verleend van het bestemmingsplan voor gebruik van het pand als horecagelegenheid. Ook was een aanvraag voor een drank- en horecavergunning ingediend.

De inkomensderving van appellant komt in dit geval, naar mijn mening terecht, voor tegemoetkoming in aanmerking, ondanks dat op de peildatum de feitelijke exploitatie van de bed and breakfast nog niet was aangevangen. In soortgelijke gevallen is het bij een aanvraag tot tegemoetkoming van inkomensderving van belang om uitvoerig te onderbouwen dat, hoewel de feitelijke exploitatie niet was aangevangen, op peildatum vast stond dat exploitatie zou gaan aanvangen en dat dit ook mogelijk was.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Peildatum bij planschade

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief