icon

Wet Werk en Zekerheid (1)

*) update:
Op 18 februari 2014 heeft Tweede Kamer het wetsvoorstel aangenomen – en tevens aangepast door de ingangsdatum van de nieuwe ketenregeling een jaar uit te stellen tot 1 juli 2015. Waar hieronder 2014 staat moet dus inmiddels 2015 worden gelezen.

In het wetsvoorstel Werk en Zekerheid wordt voorgesteld de huidige ketenregeling aan te passen per 1 juli 2014. Op dit moment kan men drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd afsluiten, met tussenpozen van maximaal drie maanden, in een periode van maximaal drie jaar zonder dat van rechtswege een overeenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Bij het vierde contract of na verloop van drie jaar ontstaat dus wel een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Dit noemt men ook wel de ketenregeling en is geregeld in artikel 7:668a BW. In het nieuwe artikel 668a wordt de ketenregeling aangepast naar drie overeenkomsten in maximaal twee jaar met tussenpozen van maximaal zes maanden. Oftewel, er ontstaat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd als in een reeks van elkaar opeenvolgende contracten een periode van twee jaar wordt overschreden of bij meer dan drie opeenvolgende contracten. Tijdelijke contracten worden als opeenvolgend gezien als zij elkaar met een tussenpoos van zes maanden of minder opvolgen.

Cao
Bij cao kan hier van worden afgeweken, hetgeen thans ook gebeurt in onder andere de horeca en uitzend cao. De bestaande afwijkingsmogelijkheid wordt echter beperkt. Dit is vanaf 1 juli 2014 alleen nog mogelijk voor uitzendovereenkomsten en voor sectoren waarbinnen de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering dit vereist. Daarnaast kan bij cao het maximaal aantal contracten voor bepaalde tijd slechts tot zes worden uitgebreid, in een periode van maximaal vier jaar. Uitzendbureaus kunnen bovendien bij cao de periode waarna de ketenregeling voor een uitzendkracht van toepassing wordt verlengen tot maximaal 78 weken (onder het huidige recht kan dat onbeperkt).

Overgangsrecht
De bovengenoemde wijzigingen treden volgens dit wetsvoorstel op 1 juli 2014 in werking. Volgens het overgangsrecht geldt de nieuwe ketenregeling pas als er op of ná 1 juli 2014 een (opvolgende) arbeidsovereenkomst wordt gesloten uiterlijk zes maanden na de daaraan voorafgaande arbeidsovereenkomst. Als een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan vóór 1 juli 2014 tot een einddatum ná 1 juli 2014 en op die einddatum de termijn van twee jaar is gepasseerd, is de nieuwe ketenregeling nog niet van toepassing. Er is dan geen overeenkomst voor onbepaalde tijd ontstaan. Alle overeenkomsten die op of na 1 juli 2014 worden gesloten vallen uiteraard wel onder de nieuwe regeling. De oude regeling blijft ook van toepassing als er op 1 juli 2014 een cao geldt waarin toepassing is gegeven aan de afwijkingsmogelijkheden, tot aan de expiratiedatum van die cao, doch ten hoogste gedurende anderhalf jaar na inwerkingtreding (dus tot 1 januari 2016).

Het is aan te bevelen om vóór 1 juli 2014 alle overeenkomsten voor bepaalde tijd op een rijtje te zetten, zodat duidelijk is welke contracten een keten van twee jaar hebben bereikt of zullen bereiken. Sluit u bijvoorbeeld op 1 juli 2014 een derde overeenkomst voor een jaar af (wat op basis van het huidige recht binnen de ketenregeling valt) dan hebt u op basis van het nieuwe recht een overeenkomst voor onbepaalde tijd gesloten. Let op, tevens is een nieuwe verplichting voorgesteld om een aanzegtermijn van een maand in acht te nemen voor het einde van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van zes maanden of langer. Deze regeling treedt wél onmiddellijk in werking per 1 juli 2014. Hierover infomeren wij u in de volgende blog van deze reeks Wet Werk en Zekerheid.

Bedoeling van de wetgever

Volgens de memorie van toelichting op het wetsvoorstel acht “de regering het noodzakelijk dat onvrijwillig langdurig verblijf in de flexibele schil zoveel mogelijk wordt teruggedrongen, in het bijzonder waar dit wordt veroorzaakt door oneigenlijk gebruik van flexcontracten. Van oneigenlijk gebruik is sprake als mensen langdurig en onvrijwillig worden ingeschakeld op flexibele contracten door één en dezelfde werkgever waar het in feite structurele werkzaamheden betreft. Door oneigenlijk gebruik van flexconstructies kunnen collectieve afspraken en het arbeidsrecht worden ondergraven en kan het draagvlak onder de werknemersverzekeringen worden uitgehold. Dit werkt een achtergestelde positie van flexwerkers op de arbeidsmarkt in de hand.

Kabinet en sociale partners willen tevens voorkomen dat “driehoeksrelaties” (uitzendarbeid, payrolling, contracting) oneigenlijk worden gebruikt. Afgesproken is dat de relaties in alle gevallen transparant zullen worden gemaakt, zodat er geen misverstand zal bestaan over de positie van de werknemer. Daarnaast worden ontslagregels die nu voor payrolling gelden aangepast zodanig dat de payrollwerknemer werkzaam bij de inlener dezelfde bescherming krijgt als de eigen werknemers bij de inlener.” Of die hierboven omschreven doelstellingen worden bereikt met dit wetsvoorstel is onderwerp van discussie. Over de veranderingen in het ontslagrecht informeren wij u in nummer 3 van deze blogreeks Wet Werk en Zekerheid.

Aanbeveling: inventariseer uiterlijk op 1 juni 2014 welke arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aflopen, die onder de nieuwe regeling niet meer kunnen worden verlengd. Wellicht moet u vanaf 1 juli 2014 aanzegtermijnen in acht gaan nemen – voor zover u dat al niet deed uiteraard.

Overzicht van de andere blogs in deze serie


Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Wet Werk en Zekerheid (1)

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief