icon

Verrekenen verboden, maar opschorten mag wel

Wanneer twee partijen zaken met elkaar doen en daardoor over en weer vorderingen op elkaar verkrijgen, zijn beiden in veel gevallen bevoegd om die vorderingen met elkaar te verrekenen. Als A een vordering op B heeft van EUR 1.000 en B heeft een vordering op A van EUR 2.000, kan A zijn schuld aan B tot een bedrag van EUR 1.000 betalen door aan B een verrekeningsverklaring uit te brengen. Vervolgens is hij nog maar EUR 1.000 aan B verschuldigd. B kan hetzelfde doen.

In veel overeenkomsten is echter een verrekeningsverbod opgenomen. Zo is in de meeste huurovereenkomsten opgenomen dat de huurder eventuele vorderingen op de verhuurder niet mag verrekenen met de huurprijs die hij aan de verhuurder verschuldigd is.

In een zaak waar de Hoge Raad zich recentelijk over boog, was sprake van een koopovereenkomst, waarop algemene voorwaarden van toepassing waren verklaard die zo'n verrekeningsverbod bevatten. De koper van een machine was op grond van dat verbod niet bevoegd tot verrekening van de koopprijs die hij aan de verkoper moest betalen, met enige vorderingen die hij zou krijgen op de verkoper.

De koper deed dat ook niet. Toch betaalde hij de koopprijs niet. Hij meende dat hij schade had geleden doordat de machine die hij had gekocht bij lange na niet de capaciteit had die zij behoorde te hebben. De koper verrekende de schadevergoedingsvordering niet met de koopprijs, maar schortte betaling van de koopprijs op tot het moment dat de verkoper de schadevergoeding zou hebben betaald.

De rechtbank en het gerechtshof waren van oordeel dat de koper dat niet mocht doen. Zij vonden dat het verrekeningsverbod ook in de weg stond aan opschorting. Volgens het gerechtshof schortte de koper zijn betalingsverplichtingen slechts op 'in afwachting van verrekening', terwijl die verrekening was uitgesloten.

De Hoge Raad geeft de koper echter gelijk. Hij oordeelt:

In dat geval valt niet in te zien waarom Eurostrip niet haar verplichting tot betaling zou mogen opschorten totdat haar tegenvordering wordt voldaan. Het verrekeningsverbod brengt in dit verband immers slechts mee dat – indien een scahdevergoedingsverplichting van Newa komt vast te staan – Eurostrip zich niet geheel of ten dele van haar betalingsverplichting kan kwijten door het uitbrengen van een verrekeningsverklaring. Dit staat echter los van haar bevoegdheid tot opschorting, die immers ertoe strekt pressie uit te oefenen opdat de haar toekomende schadevergoeding wordt voldaan. Die opschortingsbevoegdheid wordt dan ook niet beinvloed door het verrekeningsverbod.

De Hoge Raad herinnert er nog wel aan dat voor een geslaagd opschortingsverweer vereist is dat de tegenvordering bestaat en de omvang daarvan voldoende is om het beroep op een opschortingsrecht te kunnen rechtvaardigen.


Peter Bos is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied contracten.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Verrekenen verboden, maar opschorten mag wel

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief