icon

Faillissement en de positie van het personeel

Hoewel naar verluidt het aantal faillissementen weer aan het dalen is, is een aantal bedrijven de laatste tijd volop in het nieuws met faillissement, mogelijk faillissement, en (eventuele) doorstarts. Zo’n doorstart na faillissement kan een aantrekkelijke manier zijn om een noodlijdend bedrijf te saneren, omdat het relatief eenvoudig is een failliet bedrijf te reorganiseren. De curator in het faillissement kan eenvoudigweg alle arbeidsovereenkomsten opzeggen, en als het bedrijf in een nieuwe vorm dan ver­der gaat kan het bedrijf een geringer aantal ex-werknemers weer in dienst nemen. Er zitten nadelen en risico’s aan een faillissement; de zeggenschap komt bij de curator te liggen en de uitstraling naar de markt is uiteraard ronduit negatief, maar voor een reorganisatie van het personeelsbestand lijkt het makkelijk. Is dat ook zo?

De afgelopen maanden is een aantal uitspaken gepubliceerd waaruit blijkt dat het antwoord ontkennend luidt – althans, dat het niet zo eenvoudig is als het lijkt. De eerste uitspraak betrof een transportbedrijf in Lemmer. Het bedrijf maakte deel uit van een concern en ging failliet; per de datum waarop het bedrijf failliet ging nam een zusterbedrijf het werk over. Dat zusterbedrijf nam werknemers over en wilde het werk voortzetten. Die werknemers hadden nog een loonvordering op het failliete bedrijf; de verwachting was dat de curator de werknemers zou ontslaan en dat die werknemer op die grond hun loonvordering bij het UWV konden indienen. De curator werkte echter niet mee, men stelde zich op het standpunt dat sprake was van overgang van onderneming, waardoor al het personeel automatisch overging naar het overnemende bedrijf, inclusief de vorderingen die zij nog op hun oude werkgever hadden. Ook het UWV stelde zich op dat standpunt en weigerde een uitkering. De werknemers eisten in kort geding nakoming van die verplichtingen van hun nieuwe werkgever, en wonnen dat.

Dat lijkt logisch – de situatie was duidelijk een tevoren opgezet plan, en het was bovendien niet de eerste keer dat het bedrijf dit deed – maar de uitspraak is toch opmerkelijk. De wet stelt namelijk uitdrukkelijk dat overgang van onderneming niet geldt bij faillissement. De rechter maakt echter een onderscheid tussen de situatie waarin het doel van het faillissement liquidatie is, en waarin het vooropgezette doel de doorstart is. In dat geval, zo oordeelt de rechter, is er geen reden de werknemers de bescherming van overgang van onderneming te ontzeggen. Het faillissement als middel voor doorstart wordt vaker gebruikt en soms al tevoren met de beoogd curator afgestemd (de zogenaamde pre-pack); onze wet loopt bij die praktijk wat achter, en de Tweede Kamer heeft zich daar ook al tegenaan bemoeid. De Europese richtlijn is op dit punt al aangepast, en ik verwacht dat de Nederlandse wet wel zal volgen. Faillissement betekent dus niet meer zonder meer dat de werknemers worden ontslagen. We schreven al eerder over deze uitspraak.

In een andere zaak stelden werknemers dat de bestuurder van een failliete vennootschap onrechtmatig had gehandeld en dus aansprakelijk was omdat sprake was van een vooropgezet faillissement om een voorgewende reden; de werknemers waren al langer tevoren gewaarschuwd dat er een faillissement zat aan te komen, en dat ze dan zouden worden ontslagen. De rechter kwam tot het oordeel dat voorshands inderdaad bewezen was dat sprake was van misbruik bij het aanvragen van het faillissement, en stelde de bestuurder in de gelegenheid het tegendeel aan te tonen. Die slaagde daarin, maar de uitspraak toont aan dat een eigen faillissementsaanvraag toch een behoorlijk risico kan inhouden.

Dat risico hangt nu ook Schoenenreus boven het hoofd: de Rechtbank Oost-Brabant heeft verleden week een verzoek tot een voorlopig getuigenverhoor gehonoreerd, om te onderzoeken of Schoenenreus onrechtmatig heeft gehandeld door het aanvragen van het eigen faillissement. Het verhoor is aangevraagd door een daarvoor opgerichte stichting met de veelzeggende naam Stichting Investigating Pre-pack. Het zal nog wel even duren voordat hier een definitieve uitspraak over komt (als er al een procedure komt: het gaat nu nog maar om een voorlopig getuigenverhoor); het is echter wel duidelijk dat naarmate een bedrijf meer de hand heeft in zijn eigen faillissement – wat met een pre-pack goed kan – de risico’s voor aansprakelijkheid toenemen, in elk geval jegens het eigen personeel, en ongetwijfeld ook tegenover derden die met lege handen dreigen te blijven staan.


Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Faillissement en de positie van het personeel

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief