icon

Gaat Amsterdam zijn eigen vlees keuren?

Bestuursorganen produceren besluiten. Sinds 1994 regelt de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) een algemene bezwaarprocedure voor deze besluiten. Op basis van een ingediend bezwaar vindt een volledige heroverweging vaneen genomen besluit plaats. Het beslissen op bezwaar is geen rechterlijke toetsing, maar verlengde besluitvorming.

De Awb voorziet in de mogelijkheid een commissie in te stellen die een hoorzitting houdt en vervolgens een advies geeft aan het bestuurorgaan over de te nemen beslissing op bezwaar. Dit kan een “externe adviescommissie” zijn, die in zijn geheel kan bestaan uit externen, maar in ieder geval is één lid (de voorzitter), niet werkzaam “onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan”. Of het kan een “interne commissie” zijn, dus samengesteld uit ‘afgevaardigden' uit het bestuursorgaan zelf of uit ambtenaren van het bestuursorgaan.

Met uitzondering van stadsdeel Centrum en de centrale stad wordt in alle stadsdelen van de gemeente Amsterdam gewerkt met externe adviescommissies. Dit werkt al jaren goed en tegen lage kosten. Met het opheffen van de stadsdelen en het instellen van de bestuurscommissies moet een keuze worden gemaakt voor een uniform systeem. Het college van burgemeester en wethouders heeft een voorkeur uitgesproken voor de interne adviescommissie.

Deze voorkeur is niet gebaseerd op onderzoek naar het functioneren van de externe commissies in de stadsdelen en de interne commissies in stadsdeel Centrum en de centrale stad. Wat wel bekend is bij het college is wat de bevindingen zijn van de voorzitters van de externe commissies op grond van kennis en hun jarenlange ervaring. Zij hebben in een brief aan het gemeentebestuur op het volgende gewezen:

  1. De behandeling door een externe commissie biedt een goed tegenwicht tegen de toenemende verambtelijking, mede veroorzaakt door het instellen van bestuurscommissies .
  2. Behandeling door een externe commissie betekent dat het bezwaar behandeld wordt door personen die een onbevangen, frisse blik hebben, met een wezenlijk andere invalshoek dan ambtenaren en zonder vooringenomenheid.
  3. Er is sprake van meer afstand tot het bestreden besluit c.q. de behandelend ambtenaar. Bij externen is uitgesloten dat hiërarchische en/of collegiale belangen een rol spelen.
  4. De onafhankelijkheid en onpartijdigheid is een gegeven.
  5. De legitimatie van de beslissing op bezwaar is in de regel groter omdat op de zitting ook een vertegenwoordiger van het bestuursorgaan zijn standpunt uiteenzet, waardoor partijen in de procedure in een gelijkwaardiger positie verkeren. Bezwaarde zal het gevoel krijgen dat het bestuursorgaan zich moet verantwoorden voor het besluit.
  6. Een externe commissie is bevorderlijk voor de geschilbeslechting en stelt zich daarin doorgaans actief op.
  7. Waar nodig geeft de commissie aanbevelingen voor verbetering van werkprocessen; een externe commissie heeft daarbij meer gezag dan wanneer een interne commissie dat doet.
  8. De huidige externe commissies bestaan uit deskundigen, die zich tegen een geringe vergoeding inzetten voor de stad en afkomstig zijn uit de advocatuur, centrale of decentrale overheid, rechtsspraak, bedrijfsleven, wetenschap of anders. De kennis en kunde die deze verschillende achtergronden met zich meebrengen, zijn zowel voor de burger als voor het bestuursorgaan c.q. de ambtelijke organisatie van toegevoegde waarde bij de behandeling van bezwaren en biedt een garantie op het voorkomen of doorbreken van tunnelvisie.

Tot dusverre lijkt het college niet gevoelig voor informatie rechtstreeks uit de jarenlange Amsterdamse praktijk en handhaaft zij het voornemen het werken met externe commissies te verlaten en de interne commissie voor de gehele stad tot uitgangspunt te maken (waarop onder omstandigheden een uitzondering kan worden gemaakt).

De ambtenaren die zitting hebben in een interne commissie en aan de hand van een bezwaarschrift moeten adviseren over het besluit dat hun collega's hebben genomen, waarbij geen enkele transparantie bestaat over hun onderlinge bestaande of gewezen (werk)relaties, roept het beeld op van de slager die zijn eigen vlees keurt. Dat wellicht de medewerker van de slager, die het vlees inkoopt en voor de verkoop verwerkt, op een andere locatie werkt dan de medewerker die de keuring doet, doet daaraan niet af. Het blijven collega's die werkzaam zijn voor dezelfde slager.

Op 27 augustus a.s. zal de raadscommissie Algemene Zaken hierover de knoop moeten doorhakken.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Gaat Amsterdam zijn eigen vlees keuren?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief