icon

Klachtenoverzicht geurhinder geen milieu-informatie

Volgens de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) kan een ieder een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan. Als het verzoek ziet op het verstrekken van milieu-informatie gelden deels afwijkende regels voor de besluitvorming. In de eerste plaats is de termijn voor het nemen van een besluit op het verzoek korter: twee weken in plaats van vier weken (behoudens mogelijkheid van eenmalige verlenging). In de tweede plaats geldt een afwijkend toetsingskader voor het besluit of de betreffende milieu-informatie wordt verstrekt, waarbij het bovendien ook nog uitmaakt of de milieu-informatie al dan niet ziet op emissies in het milieu. Zo geldt de wettelijk geregelde uitzondering dat vertrouwelijk medegedeelde bedrijfs- en fabricagegegevens niet worden verstrekt, niet voor zover het gaat om emissies en voor zover het gaat om alle andere milieu-informatie als relatieve weigeringsgrond. Het bestuursorgaan moet in dat laatste geval een afweging maken tussen het algemeen belang dat de gevraagde informatie openbaar wordt gemaakt en het belang van de vertrouwelijkheid van betreffende bedrijfs- en fabricagegegevens.

Met name vanwege het striktere toetsingskader komt de vraag of de informatie als milieu-informatie moet worden aangemerkt geregeld in procedures naar aanleiding van een al dan niet toegewezen Wob-verzoek aan de orde. Zo ook in een zaak waarin de Afdeling afgelopen woensdag uitspraak deed. Het betrof een verzoek om informatie met betrekking tot een last onder dwangsom die was opgelegd aan een bedrijf (Abengoa) dat bio-ethanol produceert, wegens overtreding van de milieuvergunningvoorschriften. Abengoa vindt dat het bestuursorgaan (DCMR) bepaalde informatie niet had mogen verstrekken en krijgt in beroep deels gelijk.

Volgens de Wob (artikel 1, sub g) dient onder milieu-informatie te worden verstaan milieu-informatie zoals omschreven in artikel 19.1a van de Wet milieubeheer. Ingevolge artikel 19.1a Wm wordt onder milieu-informatie verstaan alle informatie neergelegd in documenten over (onder andere):

a. de toestand van elementen van het milieu, zoals lucht en atmosfeer, water, bodem, land, landschap en natuurgebieden met inbegrip van vochtige biotopen, kust- en zeegebieden, biologische diversiteit en haar componenten, met inbegrip van genetisch gemodificeerde organismen, en de interactie tussen deze elementen;
b. factoren, zoals stoffen, energie, geluid, straling of afval, met inbegrip van radioactief afval, emissies, lozingen en ander vrijkomen van stoffen in het milieu die de onder a bedoelde elementen van het milieu aantasten of waarschijnlijk aantasten;
c. maatregelen, met inbegrip van bestuurlijke maatregelen, zoals beleidsmaatregelen, wetgeving, plannen, programma's, milieuakkoorden en activiteiten die op de onder a en b bedoelde elementen en factoren van het milieu een uitwerking hebben of kunnen hebben, alsmede maatregelen of activiteiten ter bescherming van die elementen.

De Afdeling overweegt, onder verwijzing naar een uitspraak uit 2014, dat uit de tekst van onderdeel a van het eerste lid van artikel 19.1a Wm volgt dat informatie die betrekking heeft op de toestand van milieu-elementen kan worden aangemerkt als milieu-informatie in de zin van deze bepaling. Gelet op onderdeel b dient informatie over factoren die de in onderdeel a vermelde elementen van het milieu aantasten of waarschijnlijk aantasten eveneens te worden aangemerkt als milieu-informatie. Hierbij is van belang dat daaronder alleen die documenten moeten worden begrepen die daadwerkelijk die informatie bevatten. Documenten die slechts aan deze informatie refereren zonder zelf die informatie te bevatten, vallen daar niet onder. Uit de tekst van onderdeel c van het eerste lid van artikel 19.1a volgt dat ook maatregelen, met inbegrip van bestuurlijke maatregelen, zoals beleidsmaatregelen, wetgeving, plannen, programma's, milieuakkoorden en activiteiten die op de in artikel 19.1a, eerste lid, aanhef en onder a en b, bedoelde elementen en factoren van het milieu uitwerking hebben of kunnen hebben, alsmede maatregelen of activiteiten ter bescherming van die elementen, moeten worden aangemerkt als milieu-informatie.

In hoger beroep gaat het om de vraag of het dwangsombesluit, de voornemenbrief en de zienswijze van Abengoa tegen het voornemen een dwangsom op te leggen, milieu-informatie bevatten. Abengoa vindt van niet en stelt daartoe (blijkens de uitspraak) onder andere dat haar rechten en plichten m.b.t. elementen van het milieu rechtstreeks uit de vergunning volgen en niet uit het dwangsombesluit, en dat de voorzieningenrechter ten onrechte niet de voornemenbrief en de zienswijze apart heeft beoordeeld. Dit slaagt niet. De Afdeling oordeelt dat de voorzieningenrechter terecht heeft overwogen dat het dwangsombesluit milieu-informatie bevat als bedoeld in artikel 19.1a, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet milieubeheer. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat het dwangsombesluit rechten en plichten van Abengoa bevat, die haar in het kader van de bescherming van elementen van het milieu onderscheidenlijk zijn gegeven en opgelegd. Voor zover Abengoa zich op het standpunt heeft gesteld dat dit onjuist is, omdat haar rechten en plichten rechtstreeks uit de vergunning volgen, faalt dit. De vergunning bevat weliswaar de voorschriften waaraan Abengoa moet voldoen, maar het dwangsombesluit bevat eveneens rechten en plichten, omdat Abengoa daarbij wordt gesommeerd binnen twee maanden te voldoen aan die voorschriften en anders een dwangsom verbeurt van € 10.000,00 per keer met een maximum van € 100.000,00. Voorts bevat het dwangsombesluit milieu-informatie, bestaande uit bevindingen over geuremissies en de in dat kader in de vergunning opgenomen voorschriften. Voorts oordeelt de Afdeling dat ook de voornemenbrief en de zienswijze milieu-informatie betreffen als bedoeld in artikel 19.1a, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet milieubeheer: de voornemenbrief en de zienswijze komen naar hun aard, inhoud en onderwerp in hoge mate overeen met het dwangsombesluit en de niet in het dwangsombesluit opgenomen delen van de voornemenbrief en de zienswijze vergen geen aparte beoordeling.


Cathine Knijff is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Klachtenoverzicht geurhinder geen milieu-informatie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief