icon

Onderverhuren woning via Airbnb (IV)

Eerder berichtten wij op onze website al over de risico's bij het als huurder onderverhuren van een woning via Airbnb. Doorgaans is het de huurder contractueel niet toegestaan om de woning te verhuren aan derden (bijvoorbeeld via Airbnb) zonder toestemming van de (hoofd)verhuurder.

Toch kwam recent een huurder die de woning zonder toestemming van de verhuurder had verhuurd via Airbnb met de schrik vrij.

In deze zaak staat volgens de kantonrechter (te Amsterdam) vast dat de huurster door het verhuren via Airbnb aan derden zonder toestemming van de verhuurder heeft gehandeld in strijd met de huurovereenkomst en de daarop toepasselijke algemene voorwaarden. Dit levert volgens de kantonrechter in beginsel het recht op voor de verhuurder om de huurovereenkomst met de huurster te ontbinden. Dat is slechts anders, overweegt de kantonrechter vervolgens, als de tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.

Voor de vraag of die uitzondering zich in deze zaak voordoet is volgens de kantonrechter van belang dat de huurster de woning reeds acht jaar bewoont, zonder problemen. Ontbinding en ontruiming zullen voor haar grote gevolgen hebben. Dat zij na ontbinding en ontruiming op de door de verhuurder aangevoerde gronden goede kans heeft een nieuwe woning te vinden, zoals de verhuurder heeft aangevoerd, acht de kantonrechter geenszins vanzelfsprekend. Voorts is sprake van een beperkt aantal gevallen van kortdurende onderhuur. Weliswaar is ook dat in strijd met de huurovereenkomst, maar niet onbegrijpelijk is dat huurster bij een verbod van onderhuur in de eerste plaats heeft gedacht aan het langdurig in onderhuur geven van de woning terwijl zij zelf elders ging wonen. Nu huurster haar hoofdverblijf niet heeft verplaatst is de woning ook niet aan de sociale woningmarkt onttrokken, aldus de kanontrechter. De verhuurder heeft hier tegenin gebracht dat juist voor het verbod op kortdurende onderverhuur via websites als Airbnb, de laatste tijd veel aandacht bestaat. Dat huurster hiervan in 2014 (toen de onderverhuur via Airbnb plaatsvond) al op de hoogte was is echter niet gebleken, aldus de kantonrechter. De eerste gepubliceerde rechtspraak hierover dateert van eind 2014 en dat voor dit onderwerp op de website van de verhuurder aandacht werd gevraagd wil niet zeggen dat huurster daarvan kennis heeft genomen, aldus de kanonrechter. Dit maakt overigens niet dat sprake is van marginale schendingen van de huurovereenkomst, zoals namens huurster is betoogd. Waar het om gaat is dat voorstelbaar is dat huurster zich van de schendingen en mogelijke consequenties onvoldoende bewust was. Nadat huurster in juni 2015 met de bevindingen van de verhuurder was geconfronteerd, is van onderverhuur ook geen sprake meer geweest.

De kantonrechter komt vervolgens tot de conclusie dat de tekortkoming ontbinding in dit geval niet rechtvaardigt, zodat de vorderingen die daar op zien zullen worden afgewezen. Zouden zich in de toekomst nieuwe gevallen van onderverhuur voordoen, dan ligt voor de hand dat voorgaande afweging in het nadeel van huurster uit zal vallen, aldus de kantonrechter. Ook meer in het algemeen heeft te gelden dat naarmate in publieke of individuele berichtgeving meer aandacht bestaat voor het verbod op (en de consequenties van) kortdurende onderverhuur via websites zoals Airbnb, de kans toeneemt dat de waardering van de tekortkoming in het nadeel van huurder uitvalt, aldus de kantonrechter.


Christopher Seine is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied huurrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Onderverhuren woning via Airbnb (IV)

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief