Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt sinds 2013 de maximale vergoedingen voor topfunctionarissen van instellingen in (semi) publieke sector. Het doel van de WNT is het tegengaan van bovenmatige beloningen en ontslagvergoedingen in die sector. In de WNT worden inkomens en ontslagvergoedingen van topfunctionarissen bij instellingen met een publieke taak genormeerd. Daarnaast geldt een openbaarmakings- en meldplicht.
Jaarlijks worden de bezoldigingsnormen in een ministeriële regeling vastgesteld. Op 31 augustus 2016 is het algemeen wettelijk bezoldigingsmaximum voor 2017 vastgesteld op € 181.000. Voor 2016 bedraagt het maximum € 179.000. De verhoging is gebaseerd op de stijging van loonkosten in de sector overheid in 2015 met 0,6 % per maand. Bezoldiging is de som van de beloning, de belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen en de beloningen betaalbaar op termijn, met uitzondering van de omzetbelasting. Indien de functie wordt vervuld anders dan op grond van een dienstbetrekking, wordt onder bezoldiging verstaan de som van vergoedingen voor het vervullen van de functie. Voor topfunctionarissen die niet in dienstbetrekking werken gelden andere bezoldigingsmaxima. Per 2017 bedraagt voor hen het maximum per maand € 24.500 voor de eerste 6 maanden en € 18.500 per maand voor de daaropvolgende 6 maanden. Bij overschrijding van de bezoldigingsmaxima is sprake van onverschuldigde betaling. De topfunctionaris dient het te veel ontvangen bedrag terug te betalen.
Voor de sectoren zorg, onderwijs, zorgverzekeraars, ontwikkelingssamenwerking, cultuurfondsen en woningbouwcorporaties gelden specifieke (lagere) maximumbedragen. Deze worden vastgesteld in november 2016.
Niet-topfunctionarissen zijn overigens niet gebonden aan het maximumbedrag. Wel moeten de gegevens over hun bezoldiging en ontslagvergoeding worden openbaargemaakt en gemeld als deze het geldende maximum overschrijden. Inmiddels is een WNT-3 in de maak. Het wetsvoorstel schrijft voor dat de normering van inkomens niet alleen voor topfunctionarissen maar voor alle werknemers binnen die sector dient te gelden. Wij houden het wetgevingsproces voor u in de gaten.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.