icon

Kan een werkgever verplicht worden om een werknemer te ontslaan?

Op 10 april 2019 heeft de rechtbank Limburg prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad over het al dan niet bestaan van een verplichting van werkgevers om slapende dienstverbanden te beëindigen en een transitievergoeding te betalen aan de werknemer.

Een prejudiciele vraag is een vraag die een lagere rechter kan stellen aan (doorgaans) de Hoge Raad over de uitleg van een rechtsregel. De lagere rechter zal na de prejudiciële uitspraak zelf uitspraak in de lopende procedure doen, met inachtneming van de prejudiciële uitspraak. Deze gang van zaken bevordert de eenheid in de rechtspleging

Rechtbank Limburg op 10 april 2019
Deze procedure ging om een werknemer, die al lange tijd wegens ziekte niet meer werkte, en die ook al geruime tijd geen recht meer had op loon, maar formeel nog wel in dienst was – een situatie die als “slapend dienstverband” wordt aangemerkt. Hij wilde om aanspraak te kunnen maken op een transitievergoeding zijn werkgever ertoe bewegen de arbeidsovereenkomst op te zeggen.

De werknemer voerde onder meer aan, onder verwijzing naar vaste rechtspraak over het wijzigen van arbeidsvoorwaarden – zij het steeds op initiatief van werkgevers – dat ook hij als werknemer een redelijk voorstel tot wijziging van de arbeidsvoorwaarden zou moeten kunnen doen, waar zijn werkgever dan in beginsel op in zou moeten gaan, tenzij dit in redelijkheid niet van hem verlangd kan worden.
Een voorstel tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst is volgens de werknemer een redelijk voorstel, vooral nu werkgevers vanaf 1 april 2020 zullen worden gecompenseerd wanneer zij een transitievergoeding moeten betalen aan een langdurig arbeidsongeschikte werknemer op grond van de Wet compensatie transitievergoedingen. De werknemer had voorgesteld genoegen te zullen nemen met het bedrag aan beëindigingsvergoeding waarvoor de werkgever gecompenseerd zou worden, en meende dat de werkgever door dit voorstel niet te accepteren in strijd handelde met het beginsel van goed werkgeverschap – en daardoor schadeplichtig zou zijn.

Zijn werkgever heeft hiertegen verweer gevoerd en gewezen op de vaste lijn die in middels in de lagere rechtspraak is ontstaan inhoudende dat het slapend houden van een dienstverband niet in strijd is met de eisen van goed werkgeverschap, noch als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. Deze lijn werd ook gesignaleerd in deze blog.

De rechtbank is het met de werknemer eens dat er een grote maatschappelijke behoefte bestaat aan een richtinggevend standpunt van de Hoge Raad zodat de werkgevers en de werknemers alsook de rechtspraktijk een handvat hebben bij de verdere afwikkeling van deze zaken. De rechter stelt verder vast dat de route via de ernstige verwijtbaarheid en de schending van het beginsel van goed werkgeverschap in de rechtspraak doodlopend lijkt te zijn. Hierbij merkt de rechter op niet eerder een beroep is gedaan op het beginsel van een redelijk voorstel.

Opmerkelijk is verder dat sinds de totstandkoming van de Wet compensatie transitievergoedingen in twee gevallen aan werkgevers de verplichting is opgelegd om een arbeidsovereenkomst op te zeggen en een transitievergoeding te betalen.

Conclusie
Werkgevers zijn wettelijk verplicht om een transitievergoeding te betalen als zij een arbeidsovereenkomst opzeggen die langer heeft geduurd dan twee jaar. Dit geldt ook ten aanzien van werknemers waarvan de arbeidsovereenkomst wordt opgezegd nadat zij langer dan twee jaar arbeidsongeschikt zijn. Om hieraan te ontkomen worden in Nederland duizenden dienstverbanden slapend gehouden.

Voorheen werden vorderingen van werknemers tot veroordeling van de werkgever tot opzegging van de arbeidsovereenkomst in het algemeen afgewezen. Sinds de publicatie van Wet compensatie transitievergoeding lijkt verandering op komst.

Naar verwachting zal spoedig, met de beantwoording van de prejudiciële vragen van de rechtbank Limburg, meer duidelijkheid komen over de toelaatbaarheid van slapende dienstverbanden.
Of werkgever daadwerkelijk verplicht zouden kunnen worden tot het opzeggen van arbeidsovereenkomsten lijkt twijfelachtig, maar zij zouden wél het risico kunnen lopen veroordeeld te worden tot schadevergoedingen wanneer zij (zonder redelijke grond) weigeren deze slapende overeenkomsten op voorstel van hun werknemers te beëindigen. Zij moeten zich realiseren dat die schadevergoedingen, anders dan transitievergoedingen, niet door het UWV gecompenseerd zullen worden.

Heeft u zelf een geschil over het slapend houden van een dienstverband of heeft u vragen hierover? Neem gerust contact met ons op.


Kirsten Willms is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Kan een werkgever verplicht worden om een werknemer te ontslaan?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief