icon

Wijziging Wet Normering Topinkomens (1)

De ministers van Binnenlandse Zaken en VWS hebben recent de internetconsultatie afgesloten van hun voorstellen voor wijzigingen van de WNT. Voornaamste punt van (voorgestelde) wijziging is dat het beloningsmaximum van de WNT straks – als de wijzigingen doorgaan – niet alleen zal gelden voor bestuurders van de zogenaamde toegelaten instelling, maar ook voor die van de vennootschap(pen) die zorg verlenen in opdracht van die instelling. Ook wordt het beloningsmaximum verlaagd van de interim-bestuurder die voorheen bestuurder in dienstbetrekking was.

Voor de zorg is de WNT – en daarmee het beloningsmaximum voor de bestuurder – gekoppeld aan de toelating die een instelling heeft op grond van de Wet toelating zorginstellingen (Wtzi). De gedachte daarachter was als volgt: om verzekerde zorg te leveren heeft een instelling een Wtzi-toelating nodig, en aan die toelating is ook de toepasselijkheid van de WNT gekoppeld; op die manier kan het leveren van verzekerde zorg niet kan worden gecombineerd met een te hoge beloning van de bestuurder – die beloning komt immers uit gemeenschapsgeld. De praktijk liep in sommige gevallen anders. Een bekende constructie is dat een organisatie – meestal een stichting – een Wtzi-toelating krijgt, en de zorg vervolgens uitbesteedt aan een vennootschap die die toelating niet heeft. De Wtzi schrijft namelijk niet voor dat de toegelaten instelling zelf ook de zorg moet leveren. De opdrachtnemer van de Wtzi-toegelaten instelling valt daarmee niet onder de WNT. Dit is het voornaamste punt dat onder dit voorstel wordt gewijzigd.

Onder de nieuwe WNT (nogmaals: als dit voorstel wordt uitgevoerd) is de WNT niet meer gekoppeld aan de Wtzi-toelating, maar aan het leveren van verzekerde zorg. De voorgestelde nieuwe wet bevat (anders dan nu) een lange lijst met soorten zorg waarvan het leveren onder de WNT zal vallen. De constructie waarin de ene organisatie de toelating heeft en de andere organisatie de daadwerkelijke zorg levert heeft voor de toepasselijkheid van de WNT dan dus geen zin meer. Voor het investeren in zorg blijft die constructie overigens mogelijk wel interessant; ik kom daar in een volgende blog op terug.

De voornaamste wijziging betekent dus dat de WNT van toepassing is als een organisatie verzekerde zorg verleent. De vraag aan wie die zorg in rekening wordt gebracht – aan de zorgverzekeraars of aan de Wtzi-toegelaten opdrachtgever – is straks niet meer relevant. In beide gevallen mogen de bestuurders van de organisatie niet méér verdienen dan het maximum op grond van de WNT, voor de categorie die op die organisatie van toepassing is.

Het begrip “organisatie” is (voor de WNT) ook duidelijker omschreven: dat is elk verband van twee personen of meer waarvan tenminste één als zorgverlener werkzaam is. Tot deze aanvulling is besloten om ook zeer kleine zorginstellingen onder het bereik van de WNT te brengen. Bovendien zijn op dit moment veel instellingen Wtzi-toegelaten zonder dat dat heel duidelijk is: een relatief groot aantal instellingen heeft die toelating namelijk automatisch en stilzwijgend, zonder dat deze is aangevraagd.

In volgende blogs kom ik terug op de andere voorgestelde wijzigingen voor gelieerde ondernemingen, interim-bestuurders, en het overgangsrecht. Ook kom ik terug op investering in de zorg.


Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied zorg.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Wijziging Wet Normering Topinkomens (1)

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief