icon

Bescherming van klokkenluiders binnen de werkomgeving

In Nederland zijn klokkenluiders door wetgeving beschermd tegen benadeling als gevolg van, of in verband met, het melden van een misstand. Een werknemer kwalificeert als klokkenluider als hij meldt vermoeden te hebben van een misstand bij zijn (voormalig) werkgever of bij een andere organisatie waarmee hij in aanraking is gekomen tijdens zijn werk. Er is sprake van een misstand voor zover het vermoeden gebaseerd is op redelijke gronden, die voortvloeien uit de kennis die de werknemer bij de werkgever (of die andere organisatie) heeft opgedaan; en als het maatschappelijk belang in het geding is bij de schending van een wettelijk voorschrift, een gevaar voor de volksgezondheid, een gevaar voor de veiligheid van personen, een gevaar voor de aantasting van het milieu, een gevaar voor het goed functioneren van de openbare dienst of een onderneming als gevolg van een onbehoorlijke wijze van handelen of nalaten. Deze kwalificatie volgt uit de Wet Huis voor klokkenluiders die pas sinds 2016 in Nederland van kracht is.

Een uitvloeisel van die wet is het artikel 7:658c Burgerlijk Wetboek. Daarin is nog eens expliciet bepaald dat een werkgever zijn werknemer niet mag benadelen als gevolg van het te goeder trouw en naar behoren melden van een vermoeden van een misstand. Dat melden is bij organisaties met 50 werknemers of meer geregeld in een klokkenluidersregeling. Althans, werkgevers met een dergelijke omvang zijn verplicht daarvoor een regeling in het leven te roepen in samenspraak met de ondernemingsraad, vertrouwenspersoon en arbodienst.

Het Hof Amsterdam heeft recent uitleg gegeven aan artikel 7:658c. De primaire vraag was of de melding een daadwerkelijke misstand moest (blijken te) zijn om een beroep op de bescherming van dat artikel te kunnen doen. Werknemer had een melding gedaan aan meerdere collega’s en had daarbij zeer vertrouwelijke betaalgegevens gedeeld. Hij werd daarvoor op staande voet ontslagen. Bij de kantonrechter werd het ontslag vernietigd. In hoger beroep kreeg werkgever gelijk.

Werknemer had zijn vermoeden van een misstand niet met relevante stukken onderbouwd. De werknemer bleek zijn vermoeden ook niet te hebben onderzocht. Voor een beroep op de bescherming van artikel 7:658c BW is niet vereist dat de melding een daadwerkelijke misstand betreft. Het volstaat dat de werknemer een vermoeden van een misstand te goeder trouw en naar behoren meldt. Het begrip misstand dient daarbij ruim te worden uitgelegd, maar het vermoeden moet wel op redelijke gronden gebaseerd zijn. Als werknemer die redelijke gronden niet aannemelijk kan maken, dan wordt hij niet beschermd. Hieruit blijkt dat er nog altijd een drempel kan zijn om daadwerkelijk te melden. Een melding is in feite alleen aan te raden als de melder ook bewijzen in handen heeft. De achtergrond van die beperking van de bescherming van klokkenluiders is aan de andere kant ook weer te begrijpen. Het zou daarmee voor werknemers (te) makkelijk worden om ongestraft gevoelige informatie van werkgever te delen of werkgever op een andere manier te schaden.

Europese bescherming

Op 26 november 2019 is een Europese richtlijn gepubliceerd met nieuwe regels over klokkenluiden. Uiterlijk op 17 december 2021 moeten alle lidstaten die nieuwe regels omzetten in hun nationale wetgeving. De bescherming van klokkenluiders is nu versnipperd. Op dit moment hebben slechts tien EU-landen een alomvattende wet ter bescherming van klokkenluiders. Op EU-niveau is er nu nog maar in een heel beperkt aantal sectoren wetgeving van kracht (vooral op het gebied van financiële diensten) met maatregelen die klokkenluiders beschermen. Dat wordt fors uitgebreid.

Volgens het Huis voor Klokkenluiders zijn die de belangrijkste onderdelen van de richtlijn:

  • Bedrijven met meer dan 50 werknemers of gemeenten met meer dan 10.000 inwoners moeten effectieve en efficiënte meldkanalen hebben.
  • Klokkenluiders moeten in principe eerst de interne kanalen van hun organisatie gebruiken, voordat ze de externe kanalen benutten. Maar in alle gevallen krijgen klokkenluiders bescherming.
  • De nieuwe regels gelden voor werknemers, maar ook voor vrijwilligers, stagiairs, zzp’ers en bijvoorbeeld aandeelhouders.
  • Brede toepassing: de nieuwe regels moeten minimaal gelden voor sectoren als overheidsopdrachten, financiële diensten, witwassen, volksgezondheid, veiligheid en consumentenrechten. De lidstaten kunnen verder gaan; in Nederland is er helemaal geen beperking tot bepaalde sectoren.
  • Steun- en beschermingsmaatregelen voor klokkenluiders om hen te beschermen tegen represailles als ontslag, schorsing, overplaatsing of intimidatie. Mensen die klokkenluiders helpen worden ook beschermd, zoals collega’s en familie.
  • Overheden en bedrijven moeten binnen drie maanden iets doen met meldingen van klokkenluiders (zo nodig kan de termijn worden verlengd tot zes maanden voor externe instanties).

Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Bescherming van klokkenluiders binnen de werkomgeving

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief